top of page
  • Jef Abbeel

Atletiek- en turnwoordenboek.

Dit stevig handboekje over atletiek, turnen, fitness en krachtsport begint met heldere definities van spel, recreatiesport, sport (ze bedoelen competitiesport), topsport, sporttaal en sportwoordenboek. Dan volgen afkortingen en tekens, die je best onthoudt, zodat je niet telkens moet terugbladeren bij de lectuur. De afkorting “Atlew”, die dikwijls voorkomt in het lexicon, ontbreekt in dat lijstje.

De samensteller probeert dan de voornaamste begrippen uit vier sporten bijeen te brengen in één alfabetisch lexicon. In totaal zijn het er 1950. Zijn formuleringen zijn doorgaans helder en krachtig. Zie bv. bij achillespeesontsteking : a) wat, b) bij welke sporters, c) mogelijke oorzaken. Het enige wat ontbreekt, zijn de mogelijke remedies.

De citaten en kadertjes die bij vele woorden staan, zijn literair mooi, maar inhoudelijk vaak onbeduidend.

Bij vele begrippen staat ook de etymologie, bv. bij adrenaline : ad = naar, renes = nieren of heptathlon : hepta = zeven, athlon = kamp. Maar dit gebeurt lang niet consequent.

Ik mis ook een groot aantal begrippen zoals (anabolen ,epo,) hoogtetraining ( plus de effecten), overbelasting, spierscheur, shin splints, tendinitis.

Bij heptathlon en decathlon lezen we : 7 of 10 onderdelen van lopen, springen, werpen. Dit is veel te vaag : de lezer wil precies weten welke 7 of 10 nummers dat zijn. Er wordt ook niet gezegd : zie zevenkamp en tienkamp, waar die nummers dan weer wel staan. Bij zevenkamp ontbrreekt dan weer dat het enkel voor vrouwen is en bij tienkamp dat het voorbehouden is voor mannen. Bij pentathlon lezen we het verhaal over de antieke Olympische Spelen, zonder te zeggen dat het nu niet meer dezelfde sporten zijn.

Bij marathon en Spartathlon staan de bekende verhalen van 490 v.C., maar de auteur zegt er niet bij dat ze thuishoren bij de heroïsche fictie en dat de Grieken als langste loopnummer de dolichos of langloop hadden , die slechts 4.600 m bedroeg. De wereldrecords van Haile Gebrselassie, Paula Radcliff en Yannis Kouros staan er evenmin bij. Sommige worden inderdaad snel verbroken, maar de 20 u 25’ van Kouros houden toch al stand sinds 1984 !

Woorden zoals “aanmoedigingskreet” zijn uiteraard overbodig.

De auteurs vermelden enkel de Nederlandse sportbonden ( KNAU, KNGU, KNKB, KNKF) en verwijzen alleen naar de Nederlandse sportwetgeving. Zij en uitgever Van Dale zouden toch mogen beseffen dat al die bonden en wetten hun tegenhangers hebben in Vlaanderen en dat de Nederlandse taal verder reikt dan Zeeland, Brabant en Nederlands Limburg. Ook in de acht pagina’s tellende bibliografie staat geen enkele van de zes miljoen Vlamingen.

Ik durf me niet uit te spreken over de drie andere sporten, maar aan het onderdeel atletiek kan ik inhoudelijk zeker niet meer dan een “nipte voldoende” geven. De lay-out en de kaft krijgen een veel hogere score.

Referentie :

Jan LUITZEN,

Van Dale Atletiek- en turnwoordenboek.

Uitgeverij Van Dale, Utrecht / Antwerpen, 2008.

223 p. ; tekeningen, bibliografie.

ISBN 978 90 6648 922 6; € 22,50.

Bewijsnummer naar :

Uitgeverij Van Dale

t.a.v. Kim Hellemans

Ternesselei 326

  1. Wommelgem

e-mail : k.hellemans@vandale.be

bottom of page