top of page
  • Jef Abbeel

De Belgische overheden en de Joden.

Nederland had al langer het standaardwerk van Lou de Jong over de omgang met de Joden tijdens de 2° W.O.. Maar het kreeg vanaf 1997 heel veel tegenwind van jongere historici zoals Gerard Aalders, Nanda van der Zee, Ad van Liempt, Hein Klemann, Milja van Tielhof, Joggli Meihuizen en Chris van der Heijden.

Voor België is er inmiddels ook een schitterend, zeer uitvoerig en onbetwist standaardwerk van een team specialisten o.l.v. Rudi Van Doorslaer. Ze hebben er 25 jaar aan gewerkt en het is bijna even omvangrijk als het werk van Hilberg.

Ze behandelen niet enkel de nazi-periode, maar ook het voorafgaande interbellum en de naoorlogse periode, plus de kolonie Kongo .

Hun oordeel over de Belgische overheden in België en in Frankrijk / Engeland is heel streng : hoge ambtenaren en hoge magistraten dachten de politiek van het minste kwaad te voeren door maximale collaboratie. Men hoopte zo een economisch en sociaal drama te vermijden : hoe meer productie, hoe minder arbeiders gedeporteerd werden. En de katholieke en liberale top was voor een autoritair systeem, maar liever niet het Duitse. Men bereidde zich voor op een goede relatie met de Duitse eindoverwinnaar.

Gemeentelijke administraties en politiediensten registreerden de Joden, zetten een J op hun passen, gaven adressen door. De Brusselse burgemeesters en politie werkten niet mee aan razzia’s, weliswaar uit eigen belang : ze wilden niet opzij geschoven worden en staken de Duitsers dus stokken in de wielen; de Antwerpse politie des te ijveriger, met zelfs één spontane razzia, waarbij ze meer dan 1.000 Joden overleverden. De overheid liet hen begaan.

In Antwerpen woonden dubbel zoveel Joden als in Brussel, ze woonden dichter bij elkaar en waren soms beter herkenbaar. 63 % werd ontvoerd, in Brussel 30.

Duitse artsen van het euthanasieprogramma bezochten de “krankzinnigenkolonie” van Geel. Dat archief is nog gesloten en de orde van geneesheren houdt dat liefst zo. We weten niet of er iets gebeurde. De 56 Joodse patiënten werden alleszins niet weggevoerd (527).

Na de oorlog bleef de top ongestraft, omdat de Belgische staat niet bereid was de rol van zijn eigen overheden kritisch te onderzoeken. De individuele burgers waren minder gewillig.

Het register bevat helaas geen plaatsnamen.

Jef Abbeel januari 2009.

Referentie :

Rudi Van DOORSLAER, Emmanuel Debruyne, Frank Seberechts, Nico Wouters, Lieven Saerens,

Gewillig België.

Overheid en Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Uitg. Meulenhoff/Manteau en SOMA, Antwerpen / A’dam, 2007.

1139 p. + 20 p. foto’s; bibliografie, noten , personenregister.

ISBN 978 90 8542 102 3 ; € 69,95.

Bewijsnummer naar :

Uitgeverij Meulenhoff/Manteau

t.a.v. Leen Lever

Mechelsesteenweg 203

  1. Antwerpen

e-mail : leen.lever@standaarduitgeverij.be

Tags:

bottom of page