top of page
  • Jef Abbeel

Turnhout na de Tweede Wereldoorlog.

In 2012 bestaat Turnhout 800 jaar en draagt het de eervolle titel “culturele hoofdstad van Vlaanderen”. Naar aanleiding hiervan verschenen enkele boeken over de recente en vroegere geschiedenis van de hoofdstad der Kempen.

Marcel Hendrickx(°1935) was 50 jaar lang van dichtbij betrokken bij de gemeentepolitiek in Turnhout en tijdelijk ook bij de landelijke politiek. Hij was journalist voor de gazet van Antwerpen (1961-1978), schepen (1983-1994), burgemeester (1995-2008), volksvertegenwoordiger.

Zijn boek overloopt ongeveer alles wat er in de hoofdstad van de Kempen gebeurde sinds 1932.

Deel I beschrijft het politieke gebeuren : de gemeenteraadsverkiezingen vanaf 1932, waarbij de katholieken toonaangevend waren, hoewel ze in gespreide slagorde optraden. Het Kristen Werkersverbond haalde 8 zetels, de eerder conservatieve Verenigde Katholieken 4. Die verdeeldheid herhaalde zich bij vele verkiezingen. De socialisten vertegenwoordigden meestal zo’n 25% van de bevolking, goed voor 7 zetels. De verkiezingen van 1938 zorgden voor wat meer afwisseling : er kwam één VNV-er en één Rexist in de gemeenteraad. VNV-er Verachtert werd na de oorlog ter dood veroordeeld wegens collaboratie. De uitslagen van deze twee verkiezingen ontbreken in het boek. Tijdens de 2° W.O. mochten burgemeester Van Hoeck en enkele schepenen hun post behouden van de bezetter, maar de zittingen van de gemeenteraad werden vanaf 28 mei 1941 verboden. En de Duitsers vulden het schepencollege aan met één VNV-er en één lid van De Vlag. De sfeer tussen het bestuur en de bezettende Ortskommandant was goed, maar dat betekende wel het politieke einde van de oorlogsburgemeester. De heropstart na de oorlog verliep moeizaam. August De Boodt verzette zich tegen de uitspattingen van de Weerstand, kreeg daarvoor een proces dat hij won, slaagde niet in de Turnhoutse politiek, maar werd wel de eerste Turnhoutenaar die minister werd (1950-1952).

Aan de naoorlogse verkiezingen van 1946 namen slechts twee partijen deel. De CVP haalde de volstrekte meerderheid (13 zetels tegen 6 voor de BSP) en behield die tot 1983. Maar de CVP leverde maar één parlementslid, terwijl de socialisten er vier hadden. Dit laatste was eenmalig. Na deze verkiezingen werd een vrouw schepen, Theresia Dergent-Bouvin, mogelijk de eerste in België. Burgemeester Bauweraerts bleef in functie van 1946 tot 1970, 24 jaar, een record dat niet meer verbroken werd en zal worden. Vanaf deze verkiezingen staan de uitslagen afgedrukt. Het valt op hoe de mensen toen stemden : vooral voor lijsten, weinig voor personen. Bij de Turnhoutse straatnamen herken je de naam van enkele verkozenen van toen.

In 1952 waren er vijf partijen, o.a. de communisten, die bij deze en volgende verkiezingen telkens 0 zetels haalden. De CVP viel uiteen in drie strekkingen : werklieden (6 zetels), middenstand (ook 6), gemeentebelangen(1 ). Dit was een eenmanslijst van Marcel Boone, een man die bij ongeveer elke verkiezing wel voor een stunt zorgde. ACW en Middenstand vormden het bestuur. De schoolstrijd en een toespraak van Collard in Turnhout (1955) zorgden voor veel onrust. Jammer was dat het stadsbestuur onvoldoende moeite deed om Janssen Pharmaceutica te behouden; in 1957 trok het bedrijf naar Beerse. Ook werd er beslist om het oude stadhuis af te breken en te vervangen door een nieuw, dat in 1961 ingehuldigd werd.

Positieve verwezenlijkingen waren de bouw van sociale woningen, die in de plaats kwamen van houten huisjes, een ziekenhuis en het binnenhalen van de Philipsfabrieken.

In 1958 vormden de drie CVP-strekkingen weer één lijst, die 15 zetels haalde. De BSP zakte naar 6.

In 1964 was er meer variatie. De “witte Boone” kwam weer op en haalde drie zetels met een bizarre lijst van zowel franskiljons als Vlaamse nationalisten. De CVP hield nog 12 zetels over, de BSP steeg naar 7, de VU haalde er 1. Communautaire spanningen op nationaal vlak hadden hun weerklank in Turnhout, net zoals plaatselijke incidenten en schandalen, o.a. bij de dienst Openbare werken.

In 1970 waren er opnieuw problemen bij de CVP, maar dat belette niet dat ze 15 zetels haalden op 25. De BSP had er 8, de VU 2. Alfons Boone werd burgemeester, hoewel Richard Proost 709 stemmen meer had : 2174 tegenover 1465.

1976 bracht verandering : voor het eerst was de burgemeester een ACW-er (Proost), de liberalen kwamen voor het eerst op en haalden meteen 5 zetels, Stad voor de Mens (het latere Agalev) 2, BSP 9, CVP 17, de communisten en Amada 0.

1982 betekende het einde van een tijdperk : de CVP (13 zetels op 33) verloor zijn absolute meerderheid. Landelijk was dat al veel eerder het geval. Bijna werd er een coalitie gevormd zonder hen, met een groene burgemeester. De auteur beschrijft de maneuvers achter de schermen, het bespioneren van mekaar, geheime ontmoetingen etc. De installatievergadering werd gevolgd door … 500 toeschouwers. De stemming draaide uit op een coalitie van CVP-PVV-VU. De politie moest ingrijpen om twee verontwaardigde groene raadsleden uit de zaal te slepen.

Bij de verkiezingen van 1988 was de auteur nummer 1 in de poll, maar hij kreeg niet de eerste plaats op de lijst. Hij haalde 2073 stemmen, terwijl burgemeester Proost slechts 1169 kiezers achter zich kreeg. Deze kon dat niet verkroppen en negeerde Hendrickx compleet.

Ook in 1994 was er ruzie tussen het ACW en de middengroep van Hendrickx. Deze werd eindelijk burgemeester, met 2856 stemmen, tegenover 427 voor de ACW-kandidaat. Het Vlaams Blok haalde 4 zetels, evenveel als de VLD.

In 2000 ging dat stemmenaantal naar 4257, een historisch record in Turnhout. Op zijn eentje haalde Hendrickx meer dan SP.A, Agalev en Vlaams Blok samen. Vier parlementsleden namen deel aan deze verkiezingen. Deze keer waren er meer ruzies bij de VLD en SP.A dan bij de CVP.

In 2006 volgde een coalitiewissel : SP.A kwam erin , VLD moest eruit. Vlaams Belang ging van 4 naar 7 zetels. Hendrickx was nog twee jaar burgemeester, dan volgde Francis Stijnen hem op, hoewel deze slechts 950 stemmen had en Eric Vos 1556. In 2008 kreeg Hendrickx een grandioos afscheid, in aanwezigheid van vele toppers uit de nationale politiek.

In oktober 2012 komen de volgende gemeenteraadsverkiezingen, met opnieuw interne verdeeldheid binnen CD&V en SP.A : bij beide partijen stapt een schepen op.

Na dit overzicht van de verkiezingen volgen losse artikeltjes over de grote macht van het ACW, de OCMW-leden (die niet door de bevolking verkozen worden), de burgemeesters sinds 1830, de stemmenkampioenen (waarbij de auteur de eerste drie plaatsen inneemt).

Dan komen “markante verhalen” : politici die vaak van partij veranderden, de gemiste fusie met de randgemeenten Vosselaar, Beerse en Oud-Turnhout, waarbij we hier voor het eerst vernemen dat de schuld niet lag bij Vosselaar, maar bij de eigen Kempische CVP-parlementairen (Frans Tanghe e.a.). Hendrickx toont hier nooit eerder gepubliceerde documenten. We missen enkel het motief waarom ze obstructie voerden(106-109). Sinds 1998 is er wel een officieel samenwerkingsverband.

Enkele triestige artikels gaan over de strijd tegen de hormonenmaffia en de moord op Karel Van Noppen (1995), de eindeloze lijdensgang van het nieuwe, bijna permanent gesloten zwembad in het Stadspark, de moord op gemeenteraadslid Tony De Preeuw (2004). Een mooier verhaal is dat van de stedenband met het Chinese Hanzhong, ook een idee van Hendrickx. Laten we hopen dat deze gezicht verruimende band niet verdwijnt. Dat geldt ook voor de vrij-dagen, die honderdduizenden mensen naar Turnhout brachten. De indrukwekkende lijst van de artiesten die er optraden, staat op p. 143.

In het verhaal over de eengemaakte politiezones wordt nogmaals bevestigd dat Duquesne de zwakste minister van binnenlandse zaken was die België ooit gehad heeft. Met een zone van 110.000 inwoners werd Turnhout de vijfde grootste in Vlaanderen. De fusie van de ziekenhuizen sleepte tien jaar aan, o.a. door de grote salarisverschillen tussen de twee en doordat het ene (Sint-Elisabeth, OCMW)) verlies leed en het andere (Sint-Jozef,CM) winstgevend was.

Daarna volgen nog enkele luchtige artikels over uiteenlopende onderwerpen, zoals de Ronde van Frankrijk door Turnhout, koninklijke bezoekers, ook uit Nederland, de toekomstige Turnova site. Het boek eindigt met een chronologisch overzicht van 1938 tot november 2011.

Het geeft een mooi overzicht van bijna 80 jaar gemeentepolitiek en andere gebeurtenissen in Turnhout. De auteur beschikt over een scherp geheugen, hij heeft grondig werk verricht in de archieven, zijn dagboeken goed bijgehouden en keurig verwerkt. Het toont een grote variatie aan bronnen : spotprenten, pamfletten, verklaringen die politici tekenden, geheime akkoorden voor en na de verkiezingen, tabellen met uitslagen, foto’s. Bij die tabellen ontbreken een pak voornamen, met name van kandidaten uit andere partijen dan de katholieke / CVP / CD&V.

Voor de rest noemt de auteur de personen wel bij hun naam. Iedere lezer weet dus wie voor bepaalde verwezenlijkingen of mislukkingen verantwoordelijk was. Hier en daar duikt een drukfoutje op. Een register ontbreekt. Het zou misschien ook teveel plaats innemen.

Eén echte aanmerking : de kaft is veel te slap voor een mooi boek van dit groot formaat (30 x 29 cm).

Het is in de eerste plaats bedoeld voor inwoners van Turnhout en omgeving, maar tegelijk ook leerrijk voor wie in de gemeentepolitiek wil gaan : hij of zij moet opgewassen zijn tegen interne en externe ruzies, onterechte verwijten, hautain misprijzen.

Referentie :

Marcel Hendrickx,

De ‘mannen’ van ’t Stadhuis.

Politiek in Turnhout tijdens en na de Tweede Wereldoorlog.

Uitgeverij Pelckmans, Kalmthout, 2011.

262 p. ; foto’s, prenten, documenten, tabellen.

ISBN 978-90-289-6275-0; € 29,50.

Bewijsnummer naar :

Uitgeverij Pelckmans

t.a.v. mevr. Lut Lambert

Brasschaatsteenweg 308

2920 Kalmthout

e-mail : lut.lambert@pelckmans.be

Jef Abbeel maart 2012.

bottom of page