top of page
  • Jef Abbeel

Tussen twee vuren. Buigen of barsten onder het regime van Poetin.

Joshua Yaffa

Yaffa is een Amerikaans-Joodse journalist, die in 2001 naar Sint-Petersburg trok om er Russisch te leren en van 2012 tot 2017 in Moskou verbleef als correspondent voor The New Yorker en andere toonaangevende kranten en weekbladen. Hij reisde door Rusland en interviewde vele Russen, van wie hij er in dit boek zeven portretteert. Zijn kernvraag was hoe ze het Poetinisme overleven, welke compromissen ze sluiten, hoe ze schipperen bij hun ethische keuzes. Ze zijn allemaal trots op hun moederland, ze zijn gehoorzaam, maar ze gebruiken de staat ook voor hun nobele doelen. Overlevingsmechanisme Het overlevingsmechanisme van de Russen dateert al van in de Sovjettijd: de homo sovieticus was tegelijk vindingrijk en passief, wantrouwig en onverschillig. Met Gorbatsjov kwam er een beperkte verandering. Toen Poetin in 2000 aan de macht kwam, bedacht socioloog Levada de term ‘schipperende mens’ en schreef hij: ”De Russische schipperende mens tolereert dat hij misleid wordt, sterker nog hij misleidt zichzelf. Hij zoekt naar gaatjes in het systeem en ontduikt de regels” (p. 19). En lang voor Levada sprak Poesjkin al over de ‘schipperende horige’, die in zijn slavernij toch voortdurend zijn meester te slim af was (p. 21). De meeste Russen zijn geen Stalin en ook geen Solzjenitsyn. Dat geldt trouwens niet enkel voor de Russen. Na de teleurstellingen van de jaren 90 herstelde Poetin de macht van de staat en bijna alles kwam onder zijn direct bevel: tv, oliemaatschappijen, rechtspraak, orthodoxe kerk (p. 21). De geheime dienst speelt hierin ook een rol, maar die wordt in dit kader niet genoemd. De olieprijs steeg, de lonen verdrievoudigden, Poetin kreeg in de peilingen van Levada een waardering van boven de 80%. Ook trotse en briljante Russen zijn ervan overtuigd dat ze hun mooie doelen enkel kunnen bereiken in samenspraak met de staat. Als je de fondsen van de (kwaadaardige) staat gebruikt voor iets goeds, ben je dan slecht bezig? Velen zitten dus tussen twee vuren, zoals de titel van het boek zegt. Staatstelevisie Het eerste portret is van Konstantin Ernst, °1961, de zeer succesvolle regisseur van Kanaal 1, die op 31 december 1999 de afscheidstoespraak van Jeltsin mocht filmen, waarin Jeltsin als eerste in de geschiedenis van Rusland vrijwillig afstand deed van de macht en vergiffenis vroeg voor zijn falen. Tijdens Gorbatsjov besprak Ernst al problemen op tv zoals de corruptie, het falen in Afghanistan, waardoor hij de mensen dwong erover na te denken. Maar in 1996 zette hij zich met zijn tv-zender volledig in voor de herverkiezing van Jeltsin: hij was dus staatsdienaar geworden. En vanaf 2000 voor Poetins informatie en desinformatie: blijkbaar had hij al zijn principes overboord gegooid. Ernst maakte de Poetins-shows en -mythes steeds indrukwekkender, inclusief de leugens i.v.m. de Koersk in 2000, de terreur in Beslan in 2004 en het niet tonen van de protesten van Navalny. In 2014 mocht hij ook de openings- en slotceremonie van de Olympische Winterspelen regisseren. Tegelijk maakte hij films die ook in Amerika succes kenden, zoals Night Watch. En documentaires over onderwerpen die anders niet aan bod kwamen zoals de wandaden van het Stalinisme. Kortom, Ernst is zeer loyaal aan Poetin, maar mag dan ook dingen realiseren die anderen niet doen. Hij vindt het geweldig dat hij zoveel miljoenen mensen kan beïnvloeden. Tsjetsjenië Het tweede personage is de Tsjetsjeense Heda Saratova. De Russen hebben de Tsjetsjenen nooit volledig kunnen onderwerpen en in 1944 liet Stalin hen deporteren naar Siberië. In 1957 mochten ze van Chroesjtsjov terugkeren. De eerste Tsjetsjeense oorlog (1995-1996) was geëindigd met een wapenstilstand. De tweede (1999-2009) was zeer wreed en kostte vele doden in beide kampen. Russische troepen hielden ‘zuiveringsacties’, waarbij ze mensen oppakten en doodmartelden. Saratova bezorgde in 1999 beelden van gruweldaden aan Westerse journalisten en ngo’s, waardoor ze haar leven in gevaar bracht. Toen Tsjetsjeense terroristen aanslagen begonnen te plegen in Russische steden, droeg Poetin de macht over aan Kadyrov, eerst aan vader Achmat, dan aan zoon Ramzan. Nu heerst in Tsjetsjenië de sharia in plaats van het Russisch recht. Na de moord op Politovskaja (2006) en een andere

2 mensenrechtenactiviste (Estemirova) door aanhangers van Kadyrov, concludeerde Saratova dat ze moest samenwerken met … Kadyrov om iets te verwezenlijken en om te overleven (p. 117). De Islamitische Staat was een probleem voor Tsjetsjenië: 4.000 Tsjetsjenen sloten zich erbij aan in Irak of Syrië. Hun vrouwen en kinderen volgden. Kadyrov en Saratova proberen hen terug te halen, deels met succes. Voor de homo’s neemt zij het helaas niet op: ze sluit zich aan bij Kadyrov, die hen laat oppakken en martelen. Soms worden ze gedood door hun eigen familie, die homo’s erger vinden dan terroristen (p. 137)! Saratova besluit: in Tsjetsjenië kun je enkel iets goeds doen als je de kant van de macht kiest (p. 144). Orthodoxe kerk Vervolgens toont Yaffa aan hoe goed patriarch Kirill opschiet met Poetin, die hij een godswonder noemt. Kerk en staat gingen zelden zo goed samen. In heel de orthodoxe kerk durfde maar één pastoor hier kritiek te uiten: Pavel Adelgejm/Adelheim uit Pskov. In de Sovjettijd had hij al drie jaar concentratiekamp gekregen voor het heropbouwen van zijn kerk en daar had hij zijn rechterbeen verloren door een bewust ongeval. In de jaren 90 kreeg hij ook tegenstand van zijn orthodoxe oversten, die hem telkens zijn parochie afpakten en degradeerden. Van patriarch Kirill lekte uit dat hij een duur horloge heeft van 30.00 dollar, een nog veel duurder luxeappartement en voor 1 miljoen dollar zeldzame boeken. Uiteindelijk werd de kritische Adelheim in 2013 vermoord door een zenuwzieke of pseudo-zenuwzieke, die hij in zijn huis had opgevangen. Krim Het derde portret is van Oleg Zoebkov, een Rus die op de Krim grote dierentuinen heeft en die zich zorgen maakte om het anti-Russisch karakter van de Maidan-protesten. Poetin vreesde dat Oekraïne voor de NAVO zou kiezen en bezette de Krim, waar de Russische marinebasis Sebastopol ligt. Zoebkov was aanvankelijk blij met de annexatie en met het referendum: de opkomst was 83% en daarvan stemde 97% voor Rusland. Een andere bron, de Mensenrechtenraad van Poetin, sprak over een opkomst van 30 à 50%, van wie 50 à 60% voor Rusland stemde (p. 209). Voor Poetin was de annexatie een succes: zijn populariteit steeg tot 86% (p. 211). Maar de Krim was afhankelijk van Oekraïne voor elektriciteit en water. In 2015 werd de elektriciteit gesaboteerd, zodat de bewoners (en de dierenparken) zonder stroom zaten. Oekraïne had ook de toegangswegen afgesloten. Zoebkov kon dus geen 450 kilo vlees per dag aanvoeren voor zijn dieren. Bovendien werd hij gepest door Aksionov, de leider van de Krim-republiek, en door Poklonskaja, de hoofdofficier van justitie. In één jaar tijd moest hij 157 keer voor een rechter verschijnen. Als hij opnieuw mocht stemmen, zou hij voor Oekraïne kiezen. Daar kon hij alle problemen oplossen met een knipoog of wat cash geld, in Rusland waren/zijn de verstikkende regeltjes onuitputtelijk. Yaffa vertelt ook over de Krim-Tataren, die in 1944 door Stalin naar Siberië verbannen werden en die na de annexatie soms constateerden dat jonge mannen verdwenen, gemarteld en gedood werden. Goelag Zo komt Yaffa bij de vroegere kampen en meer bepaald Perm-36, waar ook veel dissidenten terecht kwamen. In 1988 mocht de laatste gevangene het kamp verlaten en in 1995 opende het museum Perm-36. Maar zeker sinds 2014 wordt de Stalin-repressie weer geminimaliseerd, met als nepargument dat ‘de doelstellingen rechtvaardig waren’ (p. 267). Gevolg: het Perm-museum moest voortaan aantonen dat ‘de Goelag een wapen was in de strijd tegen de nazi’s’ (p. 269). Dat klopt hoegenaamd niet: de Goelag bestond al 10 jaar eerder en bleef nog 40 jaar nadien bestaan. Donbas en Syrië De Russische interventies in Oost-Oekraïne en Syrië mochten niet ontbreken. Deze laatste was en is niet enkel gericht tegen IS, maar ook tegen milities die Assad omver willen werpen en ze moest ook dienen om van Rusland weer een belangrijke speler te maken in het Midden-Oosten en in de wereld (p. 286). Elizaveta Glinka, een idealistische arts, organiseerde humanitaire missies naar beide gebieden en kreeg daarvoor een prijs uit de handen van Poetin. Zowel zij als Michail Fedotov, de voorzitter van de Mensenrechtenraad van het Kremlin, gebruikten de staat voor hun goede doelen. Ze kregen kritiek van liberale Russen, die hen verweten dat ze zo het regime steunden. Dokter Liza kwam helaas om in 2016 bij een vliegtuigcrash op weg naar Syrië. Cultuur Ook de culturele wereld kan niet zonder de staat: de ruim 600 grote theaters zijn voor 70% afhankelijk van staatssubsidie. De staat en de oude garde in de kunst bemoeien zich dan ook graag

3 met de inhoud, zeker sinds Poetin in 2012/2014 een conservatievere koers begon te varen en als het vertoningen zijn met naaktscènes of experimentele kunst. Alle regels omtrent wat mag als wat verboden is, zijn opzettelijk vaag. Een gunsteling van de staat kan morgen uit de gratie vallen en opgepakt worden ‘wegens fraude’. Regisseurs zoals Serebrennikov en directeurs van theaters kregen huisarrest ‘wegens verduistering van geld’. Conclusie De auteur besluit: bij moeilijke morele keuzes zijn er Russen die proberen de staat te bedriegen, anderen schipperen en sluiten een compromis met de overheid en plukken daar de vruchten van. Hij heeft begrip voor hen: de Russische overheid is zo machtig, dat je met haar moet samenwerken om ze een beetje te veranderen. Volgens Yaffa zal de ontevredenheid over Poetin toenemen: in 2000 was de economie voor 25% in handen van de staat, in 2019 is dat voor 60 à 70%; tussen 2014 en 2019 daalde het inkomen met 15%; het vertrouwen in de staatstelevisie daalde met 30% tot onder de 50%; de verhoging van de pensioenleeftijd werd door 89% afgewezen (p. 360). Navalny heeft veel aanhangers bij de jongeren, maar Poetin nog veel meer: 86% (p. 362)! De meeste jongeren zijn pragmatisch. Wat hen interesseert, is welvaart, op reis gaan, lekker eten, een auto. Dus niet de politieke oppositie. Het is dus nog lang niet afgelopen met Poetin en de schipperende mens. Beoordeling De auteur maakt het de lezer niet gemakkelijk. Ook hij of zij wordt verplicht na te denken over ethische vragen. En menigeen zou hetzelfde doen als de schipperende Russen. De portretten die hij tekent, zijn boeiend, maar te lang. Een woordenlijst met begrippen zoals siloviki en migalka ontbreekt, maar via het degelijke register zijn ze wel vlug terug te vinden. Op de kaart (p. 8-9) staan veel te weinig plaatsnamen en zeker niet de moeilijke zoals Bachtsjysaraj, die je niet in elke atlas vindt. Er staan nogal wat drukfouten in. Ik citeer er enkele: zoon van (een) oude vertrouweling (p. 68); alle mogelijk_ verklaringen (p. 81); langbouw (p. 101); ‘twee jaar na de moord’ : moet drie jaar zijn (p. 187); een pijnlijk_ slag (p. 190); Aksjonov i.p.v. Aksionov (p. 207 e.v.); Oerkraïne (p. 239); oprichte krant: opgerichte krant (p. 266); moordernaars (p. 266); vlucht 17: vlucht MH17 (p. 303); seperatisten (p. 305); Kremin i.p.v. Kremlin (p. 308); Jesjov i.p.v. Jezjov (p. 328); Gorky i.p.v. Gorki (p. 331). Duizend roebel is € 13 i.p.v. ‘30’ (p. 293). En 31 december 1999 was niet ‘het einde van het millennium’ (p. 39): dat was pas op 31 december 2000. Bij een tweede druk mag de uitgever dus wat aanpassingen doorvoeren. Maar al deze details maken het boek niet minder boeiend. Het helpt ons de politieke cultuur in Rusland beter te begrijpen. Tussen twee vuren Buigen of barsten onder het regime van Poetin Joshua Yaffa ISBN 978-90-003-5610-2 Uitgeverij Lannoo, Tielt, april 2020 Vertaling van ‘Between two Fires’ door Margreet de Boer en Martine Both Kaart, bronnen, register, 399 p., € 26,99 ©Jef Abbeel mei 2020 www.jefabbeel.be

bottom of page