Olaf Koens
De auteur is een succesvol en veeltalig journalist, die Rusland en Oekraïne door en door kent en
veelvuldig bezocht voor en tijdens de oorlog. Hij woont met zijn gezin in Istanboel, maar zijn
schoonfamilie woont in Gorlevka, in de Donbas, tussen Donetsk en Loegansk. Hij kent heel wat
Oekraïners, minstens 30 (p. 29) en veel Russen, o.a. Tichon Dzjadko van de verboden Dozjd-tv.
In de proloog vernemen we dat niet enkel mannen tussen 18 en 60, maar ook vrouwelijke artsen het
land niet mogen verlaten wegens onmisbaar (p. 12). De auteur zit dan in een overvolle trein met
mensen die uit Kramatorsk (Donbas) vluchten naar Polen. Blijkbaar vluchten de Donbassers dus niet
allemaal naar Rusland, zoals de Russen soms beweren.
Koens praat ook met Oekraïense mannen die vanuit West- en Midden-Europa vrijwillig naar hun land
trekken om daar mee te vechten. Zelfs Ljoebomir, hoewel zijn naam betekent: hij die houdt van de
vrede. Er is ook veel transport van zwaar zieken naar Polen en Duitsland: tientallen doodzieke
kinderen met kanker kunnen wegens de oorlog niet in Oekraïne behandeld worden.
Overal in Oekraïne hangen boven de wegen en kruispunten berichten voor de invallers: “Russische
soldaat, ga terug” of “Russische soldaat, krijg de tering”. En overal zijn de verkeersborden verdwenen
of afgeplakt met variaties daarop: “Russische soldaat, stop! Poetin heeft verloren, de hele wereld
staat achter Oekraïne!” (p. 60). Helaas is dat niet zo, want een aantal landen zoals China steunen
Poetin ten volle.
De auteur toont ook schrijnende sms-berichten van kinderen naar hun vader aan het front, waarin ze
dagen na elkaar, van 5/3 tot 2/4, vragen of hij nog leeft. Totdat ze hem mee begraven. Hij vertelt ook
over de meer dan 1.500 lijken van Russische soldaten in het mortuarium van Dnipro. De Russen
willen ze niet terugnemen. En in het ziekenhuis van Dnipro ontmoet hij jonge mannen met
afschuwelijke letsels: zonder armen of benen of zonder gezicht.
De Russen veroveren steden en dorpen, maar verwoesten ze compleet. Van de mooie stad
Marioepol zijn enkel ruïnes over. De Oekraïners vragen zich terecht af: wat is hun doel? De
dierentuin van Odessa overleeft dank zij vrijwilligers en internationale hulp. Hij zit vol met huisdieren
van gevluchte inwoners. De dieren zijn bang van de oorlogsgeluiden en de directeur brengt er ook
vele nachten door. In Kiev en andere plaatsen ontbreekt van alles: benzine, wc-papier etc. Maar de
treinen rijden in heel het land nog op tijd. En als de sporen gebombardeerd worden, worden ze
meteen hersteld. Ze vervangen nu ook het luchtverkeer.
Beoordeling
Koens bezit een schitterende schrijfstijl en een heel rijke woordenschat. Uit de interviews die hij
afneemt blijkt heel duidelijk dat Oekraïners mekaar enorm helpen, bereid zijn om te sterven voor
hun vrijheid -“de vrijheid of de dood” - en geen nieuwe Russische bezetting willen. De kaart vooraan
(p. 8-9) is zeer degelijk en toont bijna alle plaatsnamen die in het boek genoemd worden,
uitgezonderd Leopoli (p. 54) en Gomel (p. 163).
Referentie
Alle Oekraïners die ik ken
En een paar van wie ik alleen maar gehoord heb
Olaf Koens
Uitgeverij Nijgh & van Ditmar, Amsterdam/L&M, Antwerpen, november 2022
Paperback, 192 pagina’s, 20 x 12 cm, kaart, € 17,50
ISBN 978-90-388-1250-2
Jef Abbeel, Turnhout januari 2023 www.jefabbeel.be
Comments