Confucius spreekt. De Chinese Meester zet ons aan het denken.
- Jeroen Caers
- 6 sep 2022
- 5 minuten om te lezen
Confucius spreekt
De Chinese Meester zet ons aan het denken
Carine Defoort en Paul van Els
De auteurs zijn professoren Chinese taal, filosofie en religie in respectievelijk Leuven en Leiden.
Confucius spreekt
De Chinese Meester zet ons aan het denken
Carine Defoort en Paul van Els
De auteurs zijn professoren Chinese taal, filosofie en religie in respectievelijk Leuven en Leiden.
Met hun boek willen ze de hedendaagse relevantie van Confucius aantonen (p. 29). Vanaf de inleiding
tonen ze aan dat nogal wat uitspraken toegeschreven worden aan Kong Qiu/Kong Fuzi /Confucius (551-
479 v.C.) zonder dat hij die woorden uitgesproken heeft. Hoewel het schrift al eeuwen bestond in
China, heeft hij in tegenstelling met Griekse tijdgenoten geen boeken nagelaten.
De schrijvers vertrekken van twee bronnen: ‘Gesprekken’ en ‘Optekeningen van de geschiedschrijver’,
allebei uit de 2de eeuw v.C. en beide met een flinke korrel zout te nemen (p. 12).
Bij de 4 Meibeweging van 1919 en vooral in de anti-Kong-campagne van 1974 stond Confucius symbool
voor alles wat mis ging in het China van vroeger. Sinds 2004 staat hij symbool voor alles wat goed gaat
en zijn er overal ter wereld Confucius-instituten opgericht. En sinds 2013 heeft hij alle steun van Xi
Jinping, de hoogste leider.
Het confucianisme wordt nu beschouwd als de grondslag van de samenleving in China en andere Oost-
Aziatische landen. Zijn uitspraken zijn niet altijd duidelijk en soms spreekt hij zichzelf tegen.
De auteurs hebben 44 korte tekstfragmenten uitgekozen, die ze verder uitleggen.
Ze gaan o.a. over: kennis vergaren en praktische vaardigheden aanleren, regelmatig oefenen, het juiste
woord gebruiken, zelfbezinning, belonen en straffen, leren en denken, inzicht in wat we wel en niet
weten, de juiste levensweg, gebrek aan erkenning, leren van ‘lageren’ (mensen onder jou), een
geschenk aannemen of afslaan, de laatste woorden van een mens, aanvoelen wat er in saaie berichten
verstopt zit, op de juiste manier rouwen om een overledene, offers voor een dode, matig zijn, de
anderen niet aandoen wat je zelf niet wenst, het vertrouwen van het volk als basis voor een goed
beleid, de overheid die duidelijke taal moet spreken, voor harmonie moet zorgen en luisteren naar de
onderdanen, kennis die nodig is om een voorbeeldig mens te worden, de mogelijkheid om de
heersende hiërarchie soms tegen te spreken, de fout zoeken bij jezelf, het verschil tussen de Kleine
Welvaart (voor je familie) en de Grote Gelijkheid (voor heel de bevolking), Confucius als een
enthousiaste, maar gefrustreerde wereldverbeteraar, een verloren gelopen hond, iets heel anders dan
de overheidsversie van de Grote Wijze en de Eerste Leraar van China.
Sommige adviezen komen nu vreemd over, b.v. boogschieten om je eigen gedrag te verfijnen.
Het Confucianisme was niet vrouwvriendelijk, heel wat Westerse filosofen zoals Kant, Hegel en Levinas
hadden geen hoge dunk van de Chinese denkers (p. 155-157).
Beoordeling
Het boek is geschreven in een voor iedereen verstaanbaar taalgebruik. Het is dus veel makkelijker dan
de filosofie van Plato of Kant. Het bevat veel volkse wijsheden, die niet wereldschokkend zijn en ook
niet uitblinken in ratio. Het is mij een raadsel waarom China de laatste jaren een ware Confucius-rage
kent, waarbij Confucius aan de hoogste morele normen beantwoordt, altijd gelijk heeft en aanzet tot
vaderlandsliefde. Het komt Xi Jinping goed uit.
Het boek eindigt met een begrippenlijstje dat wel wat uitgebreider had mogen zijn. In het boek staan
er veel meer, die dan eenmalig uitgelegd worden, maar niet herhaald aan het einde.
In de literatuurlijst mis ik de oudste bewaarde vertaling van Confucius door de Vlaamse Jezuïet
Philippe Couplet op vraag van Lodewijk XIV: ‘Confucius Sinarum Philosphus sive scientia sinensis Latine
exposita’, Parijs, 1687. En ook Roel Sterckx, ‘Chinees denken’.
Nog een paar details: 551-479 is 72 i.p.v. 73 jaar (p. 17); ‘hen’ (p. 21) moet ‘hun’ zijn; degenen ‘wiens’
(p. 141) moet ‘wier’ zijn.
4
illen ze de hedendaagse relevantie van Confucius aantonen (p. 29). Vanaf de inleiding tonen ze aan
dat nogal wat uitspraken toegeschreven worden aan Kong Qiu/Kong Fuzi /Confucius (551- 479 v.C.)
zonder dat hij die woorden uitgesproken heeft. Hoewel het schrift al eeuwen bestond in China, heeft
hij in tegenstelling met Griekse tijdgenoten geen boeken nagelaten.
De schrijvers vertrekken van twee bronnen: ‘Gesprekken’ en ‘Optekeningen van de
geschiedschrijver’, allebei uit de 2 de eeuw v.C. en beide met een flinke korrel zout te nemen (p. 12).
Bij de 4 Meibeweging van 1919 en vooral in de anti-Kong-campagne van 1974 stond Confucius
symbool voor alles wat mis ging in het China van vroeger. Sinds 2004 staat hij symbool voor alles wat
goed gaat en zijn er overal ter wereld Confucius-instituten opgericht. En sinds 2013 heeft hij alle
steun van Xi Jinping, de hoogste leider.
Het confucianisme wordt nu beschouwd als de grondslag van de samenleving in China en andere
Oost-Aziatische landen. Zijn uitspraken zijn niet altijd duidelijk en soms spreekt hij zichzelf tegen.
De auteurs hebben 44 korte tekstfragmenten uitgekozen, die ze verder uitleggen.
Ze gaan o.a. over: kennis vergaren en praktische vaardigheden aanleren, regelmatig oefenen, het
juiste woord gebruiken, zelfbezinning, belonen en straffen, leren en denken, inzicht in wat we wel en
niet weten, de juiste levensweg, gebrek aan erkenning, leren van ‘lageren’ (mensen onder jou), een
geschenk aannemen of afslaan, de laatste woorden van een mens, aanvoelen wat er in saaie
berichten verstopt zit, op de juiste manier rouwen om een overledene, offers voor een dode, matig
zijn, de anderen niet aandoen wat je zelf niet wenst, het vertrouwen van het volk als basis voor een
goed beleid, de overheid die duidelijke taal moet spreken, voor harmonie moet zorgen en luisteren
naar de onderdanen, kennis die nodig is om een voorbeeldig mens te worden, de mogelijkheid om de
heersende hiërarchie soms tegen te spreken, de fout zoeken bij jezelf, het verschil tussen de Kleine
Welvaart (voor je familie) en de Grote Gelijkheid (voor heel de bevolking), Confucius als een
enthousiaste, maar gefrustreerde wereldverbeteraar, een verloren gelopen hond, iets heel anders
dan de overheidsversie van de Grote Wijze en de Eerste Leraar van China.
Sommige adviezen komen nu vreemd over, b.v. boogschieten om je eigen gedrag te verfijnen.
Het Confucianisme was niet vrouwvriendelijk, heel wat Westerse filosofen zoals Kant, Hegel en
Levinas hadden geen hoge dunk van de Chinese denkers (p. 155-157).
Beoordeling
Het boek is geschreven in een voor iedereen verstaanbaar taalgebruik. Het is dus veel makkelijker
dan de filosofie van Plato of Kant. Het bevat veel volkse wijsheden, die niet wereldschokkend zijn en
ook niet uitblinken in ratio. Het is mij een raadsel waarom China de laatste jaren een ware Confucius-
rage kent, waarbij Confucius aan de hoogste morele normen beantwoordt, altijd gelijk heeft en
aanzet tot vaderlandsliefde. Het komt Xi Jinping goed uit.
Het boek eindigt met een begrippenlijstje dat wel wat uitgebreider had mogen zijn. In het boek staan
er veel meer, die dan eenmalig uitgelegd worden, maar niet herhaald aan het einde.
In de literatuurlijst mis ik de oudste bewaarde vertaling van Confucius door de Vlaamse Jezuïet
Philippe Couplet op vraag van Lodewijk XIV: ‘Confucius Sinarum Philosphus sive scientia sinensis
Latine exposita’, Parijs, 1687. En ook Roel Sterckx, ‘Chinees denken’.
Nog een paar details: 551-479 is 72 i.p.v. 73 jaar (p. 17); ‘hen’ (p. 21) moet ‘hun’ zijn; degenen ‘wiens’
(p. 141) moet ‘wier’ zijn.
Referentie
Confucius spreekt
De Chinese meester zet ons aan het denken
Carine Defoort en Paul van Els
5
Uitgeverij Pelckmans, Kalmthout, december 2021
184 pagina’s., begrippen, literatuur
Paperback, 21 x 13 cm, € 22,50
ISBN 978-94-631-0557-6
Jef Abbeel www.jefabbeel.be augustus 2022

Comments