top of page
Jef Abbeel

Iedereen houdt van Oekraïne, niemand van de Oekraïners. Een ware getuigenis van een eeuw koloniale o

Iedereen houdt van Oekraïne, niemand van de Oekraïners.

Een ware getuigenis van een eeuw koloniale oorlogen en genocide in Oekraïne.

Joris Koziej

De auteur (71) is een Oekraïense chirurg in Limburg. In dit boek met een te lange en betwistbare titel vertelt hij

zijn familiegeschiedenis aan de hand van de getuigenissen van zijn bejaarde moeder (°1925).

Ze begint met WO I, ze vertelt dramatische zaken over de terreur van de communisten in haar dorp Kapluniwka

(nabij Charkov), over de Holodomor, haar tijd als dwangarbeidster tijdens WO II en enkele gebeurtenissen tot

de huidige oorlog, die zij beschouwt als een voortzetting van de strijd die in 1917 begon om Oekraïne te

koloniseren en om dat juk van de kolonisator af te werpen (p. 13).

In november 1917 proclameerde het parlement van Kiev de onafhankelijke Oekraïense Volksrepubliek. Lenin

reageerde met een wreed leger, dat in Kiev moordde en plunderde zoals ze in 2022 in Boetsja deden. Met

Duitse hulp werden de Russen even verdreven, maar Duitsland en Oostenrijk verloren de oorlog en de

Geallieerden kozen de kant van Rusland en gunden Oekraïne geen onafhankelijkheid. Het gezegde in de titel

lijkt dus niet te kloppen. Er ontstond een periode van chaos en tyfus. In 1921 sloten Polen en de Sovjet-Unie de

Vrede van Riga: Oekraïne werd weer een deel van de SU. Lenin liet het graan met geweld wegroven bij de

boeren, zodat er meteen hongersnood uitbrak. Als een boer weigerde lid te worden van de kolchoze, dan

werden zijn ruiten ingeslagen door het lompenproletariaat. De communisten verjoegen de rijkere inwoners uit

de dorpen. Niemand weet waarheen. De dorpen werden kapot gemaakt. De communisten vervolgden de

koelakken, het geloof en de intellectuelen. De erediensten werden afgeschaft, de kerken geconfisqueerd,

geplunderd en in brand gestoken. De gronden van de koelakken, hun vee, hun werktuigen, hun bijenkorven

werden ook in beslag genomen. Hele gezinnen verdwenen spoorloos uit de dorpen.

In 1932-33 brak er een georganiseerde hongersnood uit. Mensen probeerden te overleven met eikels,

boomschors, gras, ratten en muizen, soms honden en katten, uitzonderlijk met kannibalisme. Gewapende

communisten vielen de huizen binnen en roofden wat er nog was: zaaigoed, iconen, kleren, juwelen. Kinderen

stierven van honger. Hun lijkjes werden respectloos op een kar gegooid en buiten de dorpen in massagraven

gedumpt (p. 75-85).

Stalin wou de Oekraïners straffen omdat ze voor onafhankelijkheid hadden gestreden. Hij bereikte zijn doel: de

uitroeiing van de zelfstandige boeren, de collectivisatie en de decimering van de opstandige Oekraïners. De

uitgedunde dorpen koloniseerde hij dan met Russen en Wit-Russen. Dan hielden de voedselplunderingen op: er

was weer graan (p. 95).

Gedurende heel de Sovjettijd mocht er niet gesproken worden over de Holodomor, zodat velen in Rusland en

Oekraïne er niets van wisten in de jaren ’90.

De communistische opvoeding op school ging gepaard met de verdere russificatie van het land. Lidmaatschap

van de partij werd een vereiste om verder te mogen studeren. Wie zich verzette, kreeg tien jaar dwangarbeid

in Siberië.

In september 1939 vielen Duitsland en de Sovjet-Unie binnen in Polen en ze verdeelden het land: de

demarcatielijn liep dwars door het dorp van de familie Koziej. In het veroverde West-Oekraïne werden de

religieuzen en de intellectuelen opgepakt. Bij de inval van Stalin in Finland sneuvelden ook veel Oekraïners.

In juni 1941 werd Oekraïne bezet door de nazi’s. Stalin liet de stuwdam op de Dnipro/Dnjepr ontploffen met als

gevolg: honderdduizenden doden in de dorpen (p. 129). De Duitse bezetting zorgde voor een tijdelijke

herademing, hoewel de Duitsers de Oekraïners beschouwden als Untermenschen.

Velen werden in 1942 verplicht om als ‘Ostarbeiter’ te gaan werken in Duitsland. Zo ook de vader van de

auteur en zijn 16-jarige moeder. Zijn moeder verrichtte zware arbeid in een glasfabriek in Gelsenkirchen,

samen met Russische krijgsgevangenen en ‘Westarbeiter’ uit Nederland, België en Frankrijk. ’s Nachts ging zij

ook nog illegaal poetsen in een bakkerij om minder honger te lijden.

In 1943 of 1944 leerde Maria daar haar latere man Wladyk kennen. In 1944 ontmoette ze heel even en voor

het laatst haar broer die ze sinds 1941 niet meer gezien had. Hij raadde haar aan niet terug te keren naar

Oekraïne, want Stalin zou zich wreken op iedereen die het Westen gezien had. Dat kwam ook uit.

In 1945 werd ze bevrijd door de Amerikanen en de Engelsen. Russische dwangarbeiders begonnen dan te

plunderen en te verkrachten. De Engelsen en de Amerikanen wilden alle Oost-Europeanen uitleveren aan

Stalin, zoals afgesproken was in Jalta (februari 1945). Zij begrepen niet waarom de Oekraïners niet terug naar

hun land wilden, maar de Franse bezetters toonden meer begrip. In juni 1945 trouwden de ouders van de

auteur in een kamp bij Keulen.

Ondertussen voerde Stalin zuiveringen door in het pas veroverde West-Oekraïne: intellectuelen en

bisschoppen werden naar de goelag gedeporteerd, kerken ontmanteld. En de Oekraïense Jood Kaganovitsj

zorgde nu, zoals in 1932-1933, ook daar voor een Holodomor (p. 190).

In september 1947 kregen de Oekraïense kampbewoners de kans om in de Belgische mijnen en staalindustrie

te gaan werken. De ouders van de auteur gingen daar op in. Ook in België was het woord ‘Oekraïne’ onbekend:


2

de administratie noemde hen ‘Rus’ of ‘Pool’. En op de lagere school was niemand geïnteresseerd in het arme

Oekraïne. Ze werden wel goed opgevangen door de paters Redemptoristen. Vanuit Zwartberg stuurden ze

pakjes naar hun arme familie in Oekraïne.

Op het einde zegt Koziej: ‘Van de bijna 100 miljoen Oekraïners blijven er na een eeuw verzet geen 50 miljoen

meer over.” Ik betwijfel wel of ze in 1917 met 100 miljoen waren. Volgens Zelensky waren er in 2019

wereldwijd 65 miljoen Oekraïners.

In de jaren ’90 introduceerde Koziej als chirurg nieuwe technieken in Oekraïne, maar de congresgangers,

specialisten uit Oost-Europa, geloofden hem niet. En in Kiev moest hij Engels spreken: iedereen sprak er

Russische en gedroeg zich vijandig tegenover een Oekraïenstalige.

De verwoestende oorlog van Poetin heeft één voordeel: een groot deel van de wereld kiest nu wel voor

Oekraïne en voor de Oekraïners (p. 224-226).

Beoordeling

Dit is een zeer boeiend boek. De schrijfstijl is direct, met veel dialogen en veel details over het dagelijkse leven,

ontroerende liefdesgeschiedenissen en huwelijksceremonies. Het onderscheid tussen de periodes is niet altijd

duidelijk: de auteur had preciezer mogen zeggen hoe de toestand was tijdens de tsaren, tijdens Lenin, tijdens

Stalin etc. Wat liep er allemaal fout tijdens Lenin en wat voegde Stalin er allemaal nog aan toe?

De lange titel wordt ook onvoldoende verduidelijkt: miljoenen Oekraïners worden sinds februari 2022 in vele

landen van Europa opgevangen, men houdt dus wel van hen.

En dan een hoop details: de vijf voornaamste personen worden op p. 7 voorgesteld, maar zonder hun

geboorte- of sterdatum. De 18 vermelde foto’s zijn er 7 en ze zijn verkeerd genummerd: foto 10 op p. 187 is in

feite foto 3 (p. 229) en foto 18 op p. 194 is foto 6 (p. 231). Elk vreemd woord wordt één keer uitgelegd, maar

een verklarende woordenlijst zou zeer welkom zijn: niet iedereen onthoudt de betekenis van radhosp (p. 55,

57, ..), katsap (p. 56, …), komnezamy (p. 61, 62, …), kolhosp (p. 62), Zradnyky (p. 178).

Sommige taalfoutjes mogen bij een volgende druk uitgezuiverd worden: p. 24: gedicht, ‘die’ i.p.v. ‘dat’; ‘die

touw’ (p. 147) mag ‘dat touw’ worden, ‘Van zodra’ (p. 36, 154, 164, 189, 191, 216) is een gallicisme voor

‘zodra’; ‘pijl’ (155) moet ‘peil’ zijn; ‘geraakt’ (166) is ‘raakt’, ‘Googel’ (180) is ‘Google’, ‘handicapt’ (216) is

‘gehandicapt’, ‘water, die’ (225) is ‘water, dat’.

De spelling kan ook beter: p. 25: ‘roods’ i.p.v. ‘roots’; p. 64: ‘Notre Damme’ i.p.v. ‘…Dame’; ‘kampanje’ (p. 216)

moet ‘campagne’ zijn, ‘wilt hij’ (p. 224) is ‘wil hij’; ‘er verspreid zich’ is: ‘er verspreidt zich’.

Duitse zelfstandige naamwoorden moeten met hoofdletter: dus Arbeitskarte (p. 126), Steiger (127), Ersatz i.p.v.

‘erzats’ op, p. 128, Herr (p. 139), Untermenschen (p. 146). De auteur en de uitgever krijgen dus wat huiswerk.

Wie dit boek leest, begrijpt waarom de Oekraïners zich met zoveel overtuiging verzetten tegen een nieuwe

Russische kolonisatie.

Referentie

Joris Koziej,

Iedereen houdt van Oekraïne niemand van de Oekraïners.

Een ware getuigenis van een eeuw koloniale oorlogen en genocide in Oekraïne.

Uitgeverij Boekscout, Soest, november 2022

234 pagina’s, kaart, foto’s, noten, bronnen, € 22,50

ISBN 978-94-646-8362-2

© Jef Abbeel, Turnhout mei 2023 www.jefabbeel.be




Σχόλια

Βαθμολογήθηκε με 0 από 5 αστέρια.
Δεν υπάρχουν ακόμη βαθμολογίες

Προσθέστε μια βαθμολογία
bottom of page