Kan Congo de wereld redden?
- Jef Abbeel
- 27 jul
- 3 minuten om te lezen
John Vandaele
De auteur is journalist bij MO (Mondiaal Nieuws). Zijn boek met uitdagende titel gaat niet over de
bekende natuurlijke rijkdommen van Congo, maar over de 106 miljoen hectare tropisch regenwoud,
dat veel koolstof omzet in zuurstof en als koelsysteem en waterpomp voor het klimaat nog meer
onmisbaar is dan het Amazonewoud. De koolstofopname per ha is er 630 kilo tegenover 230 in het
Amazonegebied. En die 230 zal in 2035 misschien 0 zijn (p. 26).
De lokale bevolking haalt er haar voedsel, brandstof en geneesmiddelen uit. De oorlog in Oost-Congo
verergert dat nog: vluchtelingen vestigen zich in de grote wouden en eten ze mee op. De
destabilisering van Oost-Congo door Rwanda moet door de internationale gemeenschap gestopt
worden. De bevolkingsgroei van 3% per jaar is een ander groot probleem: nu zijn ze met ruim 100
miljoen, in 2050 wellicht met 200 en in 2100 met 400 miljoen (p. 20).
Vele Congolezen oordelen dat God hun het bos gegeven heeft voor landbouwgrond, voedsel,
medicijnen, bouwmaterialen, houtskool om te koken en te verwarmen. De houtskoolindustrie, de
zwerflandbouw en de bescheiden industriƫle houtkap zorgden ervoor dat het regenwoud de voorbije
30 jaar afnam met 25% (p. 24). Het woud verder kappen of verbranden kan op termijn een ramp
veroorzaken door de extra massaās koolstof die dan de atmosfeer ingaan.
De wereld moet de Congolezen dus motiveren om dat niet meer te doen. Congo vraagt daarvoor 4,8
miljard $ per jaar i.p.v. de 100 Ć 200 miljoen die ze nu krijgen. Bovendien wordt het geschonken geld
soms verduisterd.
De nationale parken krijgen bescherming en subsidies, maar toch vinden er illegale ontbossing,
houtskoolproductie en visvangst plaats. Een deel van het Virungapark is in handen van M23, de
militie die door Rwanda gesteund wordt. Daardoor vallen de inkomsten uit toerisme weg. De
toestand is er zorgwekkend. Het Garambapark wordt geconfronteerd met 400.000 goudzoekers.
Salonga, het grootste park, is nog wel rijk aan wilde dieren. Maar in Kahuzi-Biega wordt volop
gejaagd op chimpansees en andere dieren en ook hout gekapt. Vleermuizen veroorzaken ook
infectieziektes, maar de meeste mensen beseffen dit niet. Ze eten ook dieren die ze dood aantreffen.
Vlamingen, o.a. van Colruyt, Jurgen Heytens (Faja Lobi) en van UGent werken er aan
herbebossingsprojecten en zorgen voor werkgelegenheid, medische posten en onderwijs. Maar dit
verloopt niet altijd rimpelloos.
De auteur legt ook uit wat koolstof-kredieten (vergoedingen voor de opslag van koolstof in de
Afrikaanse natuur) en koolstof-markten zijn en dat de verkoop van koolstof-kredieten Congo 70
miljoen ⬠per jaar oplevert. Aan 70 ⬠per ton CO² zou dat 47 miljard mogen zijn of drie keer de
Congolese begroting. Maar de schenkers vrezen dat de Congolese politici er zich mee zullen
verrijken.
Door het beleid van Trump vermindert de steun van grote Amerikaanse bedrijven. Vandaele pleit dan
ook voor meer Europese steun.
In 2100 zal Afrika wellicht 3,5 miljard inwoners tellen, tien keer zoveel als in de EU dan. Elk jaar
zouden er dan 23 Ć 30 miljoen banen moeten bijkomen. Momenteel bedraagt het inkomen per hoofd
800 Ć 3.500 euro per jaar of 20 procent van het wereldgemiddelde. Het aantal geboortes zou snel
moeten dalen. Veel Afrikaanse leiders zien dat niet in.
Vandaele noemt de klimaatverandering een grotere bedreiging dan de migratiestromen en de
Russen (p. 195).
Beoordeling
De schrijver is zeer goed op de hoogte van de noodsituatie, ook door zijn bezoeken aan de genoemde
streken en projecten. Met cijfers toont hij aan dat er dringend ingegrepen moet worden. Voor vele
lezers zullen de koolstof-kredieten en de koolstof-markten onbekend terrein zijn. En velen beseffen
het belang van het regenwoud voor ons niet.
Vandaele rekent vooral op Europese steun en laat China, alomtegenwoordig in elk Afrikaans land,
ongemoeid. Idem voor Rusland, dat overal oprukt. Ik lees ook nergens wat Congo, het land met de
meeste grondstoffen, doet met het geld dat het daarvoor krijgt.
Enkele details: het kaartje (p. 7) is onmisbaar, maar veel te beknopt. Vele steden, zelfs de tweede
stad Lubumbashi, ontbreken. En ook provincies zoals Kivu en Kwilu. Isanga (p. 43 en 45) vond ik terug
2
in Tanzania en Zuid-Afrika, niet in Congo. Leopold II en Mobutu worden bestempeld als āroofkoningā
(p. 10), Xi Jinping, Poetin, Kabila en Kagame niet. Op p. 180 beweert de auteur dat Mao niet wist dat
zijn Grote Sprong tientallen miljoenen doden veroorzaakte: Mao wist dat perfect via zijn
medewerkers, maar hij vond dat niet erg. Het boek telt zeer veel afkortingen: een alfabetische lijst
zou welkom zijn. Groter dan āhemā (p. 106) moet zijn: dan āhijā. En aan āzijā die mag hij veranderen in
aan āhenā die. Los daarvan is dit boek zeer welgekomen.
Referentie:
John Vandaele,
Kan Congo de wereld redden?
Waarom een diepgaande samenwerking tussen Afrika en Europa een gedeeld belang is.
Uitgeverij EPO, Berchem, juni 2025
Paperback, 200 paginaās, kaartje, fotoās, literatuur.
ISBN 978-94-626-7540-7; ⬠24,90.
Ā© Jef Abbeel, juni 2025 www.jefabbeel.be

Comments