Jan Hunin
Een opmerking vooraf: dit boek gaat niet over de oorlog die Poetin op 24 februari 2022 ontketende,
maar over de oorlog in de Donbas, die al aan de gang is sinds 2014 en die leidde tot de afscheiding
van Donetsk en Loegansk.
De auteur (°1968) is een Vlaams historicus en journalist, die al 25 jaar in Polen woont en zowel in
2014 als in 2019 door het oostelijk deel van Oekraïne reisde. De Donbas, het bassin van de kleine
Don, is het gebied rond de kleine Don of Donets. De grote Don stroomt door Rusland, niet door
Oekraïne.
Hunin bezoekt het mooie Charkov, waar in 2014 de 298 doden van de MH 17-ramp bijeengebracht
werden en waar de toenmalige president Viktor Janoekovitsj zijn enorme en luxueuze datsja had.
De benaming ‘Niemandsland’ wijst op het verleden: tot 1676 was er geen enkele nederzetting in het
gebied tussen Rusland en de Krim (die Turks was tot 1783). Ze wijst ook wel op het heden: op de E50
kun je meemaken dat je geen enkele andere auto ziet.
In de 18 de -19 de eeuw kwam er wel verandering, toen werklieden en ingenieurs uit heel Europa en
Rusland aangetrokken werden door de vondst van steenkool en ijzererts. Het Donets-bekken, kleiner
dan België, leverde 87% van de Russische steenkool rond 1870-1914. Lenin nationaliseerde alle
bedrijven, waardoor de buitenlanders allemaal wegtrokken. Tijdens Stalin haalde Stachanov er
recordhoeveelheden steenkool naar boven, weliswaar met een hele ploeg, dus met bedrog. Brezjnev
kwam uit die regio (Djnepropetrovsk, nu Dnipro) en zorgde ervoor dat de streek in de jaren 80 tot
de meest ontwikkelde van de SU hoorde. Dat is helaas al lang niet meer zo.
Doordat het Oekraïens op school verboden was, sprak rond 1991 bijna iedereen Russisch in de
Donbas.
Bij het referendum over de onafhankelijkheid in december 1991 stemde 92% ervoor, in de Donbas
84% .
Maar door de intrede van de vrije markt moesten vele mijnen sluiten en verzuurden de relaties
tussen de Donbas en Kiev. Donetsk ontvolkte snel. Bij een referendum in 1994 was 90% van het
Donets-bekken voor de erkenning van het Russisch als tweede taal en voor toenadering tot Rusland.
Kiev ging hier niet op in (p. 21).
In 2004 werd de ‘Donbasser’ Janoekovitsj president gekozen, maar met fraude. De Oranjerevolutie
brak uit, er werd herkozen, Joestsjenko werd president.
In 2010 werd Janoekovitsj opnieuw gekozen, maar in 2014 kwam dan Euromaidan. Men eiste het
aftreden van een president die wettig verkozen was.
In de Donbas werden de opstandelingen afgeschilderd als nazi’s en fascisten. Er waren nationalisten
bij die dweepten met Stepan Bandera, ex-collaborateur (p. 22-23). Een associatieverdrag met de EU
zou de Donbas afsluiten van hun voornaamste markt, Rusland.
Gevolg: de volksrepublieken Donetsk en Loegansk werden uitgeroepen. Etnische Russen vormen er
de helft van de bevolking, er wordt bijna enkel Russisch gesproken. Vanuit Kiev keek men er
minachtend op neer en stuurde men een leger. De oorlog kostte tot februari 2022 al 14.000 doden
en 1,5 miljoen vluchtelingen op 4 miljoen inwoners (p. 27-28).De welvaart is zeer laag: sommigen
verdienen slechts 40 euro per maand. Door de oorlog zijn de grote wegen niet meer berijdbaar. Er
hangen teksten zoals : “Wij hebben één vaderland, Rusland”.
Hunin reisde ook al in 2014 door de streek; toen bezocht hij de rampplek van MH 17. De brokstukken
en de lijken lagen verspreid over 30 km²! Hij somt de bewijzen op van het feit dat de rebellen het
vliegtuig met een Russische Boekraket neergehaald hebben, denkend dat het een Oekraïens was.
Oekraïne treft ook schuld, want het had niet mogen toelaten dat een passagiersvliegtuig over
oorlogsgebied vloog (p. 53-54).
Het was niet de eerste keer dat er per vergissing een lijnvliegtuig neergehaald werd: in 1988 schoten
de Amerikanen een Iraans toestel neer, in 2001 de Oekraïners een Russisch, en in 2020 Iran een
2
Oekraïens. Verschil: de rebellen en Rusland betaalden geen schadevergoeding, de Amerikanen en de
Oekraïners wel. In de Donbas hebben de rebellen overal hun eigen mannen en vrouwen
burgemeester gemaakt en die zijn allemaal overtuigd dat MH17 neergeschoten is door straaljagers
van ‘de nazi’s uit Kiev’ (p. 64-67).
Velen ontvluchten de streek: Donetsk telde in 2001 ruim 1 miljoen inwoners, nu officieel 900.000,
maar in feite wellicht slechts 200.000. In het verleden was Sjachtar Donetsk 12 keer
voetbalkampioen van Oekraïne. Loegansk is met 0,5 miljoen inwoners de kleine broer van Donetsk.
Het heeft één troost: Sergej Boebka, die 35 keer het wereldrecord polsstokspringen verbeterde, is
daar geboren. Hij woont nu wel in Monaco en ijvert in Lausanne bij het I.O.C. voor de Oekraïense
atleten.
Beide steden werden gesticht door de Britse kanonnenmaker Charles Gascoigne (1795). Loegansk is
genoemd naar de rivier Loegan of Loeganka, Donetsk naar de rivier Donets, hoewel die niet door de
stad stroomt. In beide steden is de McDonald’s genationaliseerd: tot DonMak in Donetsk, McDak en
Loegansk (p. 116). Voor beide republieken heb je een apart visum nodig. En de E40 naar Loegansk ligt
deels vol met zand en modder. De president heet er Leonid Pasetsjnik (p. 123-126).
De Oekraïense grivna is vervangen door Russische roebel. (p. 86). Velen willen bij Rusland horen en
willen niets meer te maken hebben met ‘Gayropa’ en zijn Gay Prides, die sinds 2013 ook in Kiev
plaatsvinden, wel met tegenbetogingen. Alleen Amerika is nog erger (p. 87).
Automobilisten rijden zeer hard, zonder gordel en zonder verzekering. Het gemiddeld maandsalaris is
er € 50, de pensioenen € 65 en een ingenieur die tot 2014 ca. € 1.000 verdiende, krijgt er nu nog 200
(p. 102).
Hunin slaagt erin Denis Poesjilin te interviewen, de president van de republiek Donetsk, in zijn
marmeren paleis. Hij herhaalt dat Oekraïne de vlucht MH17 neergeschoten heeft en verwacht enkel
heil van Rusland (p. 112).
Door de oorlog zijn sinds 2014 ca. 14.000 doden gevallen, deels Donbassers, deels Oekraïners. Alle
mijnen zijn gesloten, vele fabrieken ook. De velden worden niet meer bespoten en bewerkt, met als
gevolg dat de bijen floreren en voor zoete honing zorgen (p. 171).
Bij die oorlog kregen de Donbassers de hulp van Tsjetsjeense huurlingen, die daarvoor een paar
honderd dollar per dag opstreken, meer dan het maandloon (p. 187-192). Lenin beging de fout de
Donbas aan Oekraïne te geven, nu wil het gebied terug bij Rusland (p. 195). En dit hoewel een
getuige tegen de auteur zegt: “Hier wonen geen Russen, alleen mensen die Russisch spreken” . Voor
de Oekraïners zijn de inwoners Russen, voor de Russen zijn het Oekraïners die Russisch spreken: het
is dus een niemandsland (p. 203).
Na 33 dagen verlaat Hunin de streek. Hij vliegt via Charkov, de stad met het na Tiananmen grootste
plein ter wereld, naar zijn woonplaats Warschau.
Hunin kan goed vertellen en zich prima inleven in de situatie van mensen die het moeilijk hebben. Hij
waagt zich op plekken waar anderen niet durven komen en slaagt erin mensen te interviewen die
anderen niet bereiken. Zijn boek geeft een goed beeld van deze verdeelde en weinig bekende streek.
Al met al is zijn kritiek nog licht: de folterkamers van de Izolatsija komen er niet in voor. Kritische
journalisten zoals Stanislav Asejev, die daar 28 maanden opgesloten en gefolterd is, kunnen daar van
meespreken. Hij beweert dat enkel journalisten van Russia Today daar mogen rondrijden.
Een paar details: het boek is niet stevig samengebonden waardoor het uit elkaar kan vallen bij het
lezen. Er staat een enkel gallicisme in: ’t Is te zeggen (p. 59) i.p.v. dit wil zeggen; en ‘Krasnij Loetsj’
betekent Rode Straal, niet Rode Sikkel (p. 161). Sikkel in het Russisch is sertsj.
REFERENTIE
Jan Hunin,
Niemandsland
Een reis naar de oorlog in Oekraïne.
Uitgeverij Polis/Pelckmans, Kalmthout, oktober 2020
229 pagina’s, landkaarten, foto’s, paperback
21 x 14 cm, 22,50 euro
ISBN 978-94-6310-564-4
3
©Jef Abbeel maart 2022 www.jefabbeel.be
Commentaires