top of page
  • Jeroen Caers

Oekraïne: hoog op de zuil van de vrijheid


Achtergronden, geschiedenis en literatuur

Noud Bles e.a.

De titel verwijst naar ‘Vrouwe Ukraina’, die sinds 2001 in Kiev boven op het Maidanplein op de

onafhankelijkheidszuil staat.

17 auteurs belichten in 24 hoofdstukjes verschillende facetten uit de geschiedenis van Oekraïne.

Enkele thema’s: de Holodomor (vernietiging door uithongering), de nazisympathieën bij nationalisten

in de jaren 30 en 40, die dan wel in Duitse concentratiekampen werden gestopt en later door Russen

vergiftigd werden, de collaboratie van de Krimtataren in 1941-1944, het historische wantrouwen

tussen Russen en Oekraïners, de orthodoxe kerk in Rusland en Oekraïne.

Patriarch Kirill kiest openlijk de kant van Poetin in de strijd tegen ‘de macht van het kwaad’, de

metropoliet van Kiev noemt de Russische inval een ‘broedermoord’. Ook elders in de wereld

veroordelen de orthodoxe kerken de inval (p. 43).

WO I was tragisch voor Oekraïne: Oekraïners streden in het Russische leger tegen Oekraïners in het

leger van Oostenrijk-Hongarije. Toen de Russen Galicië veroverden, ontvoerden ze de Oekraïense

bisschop naar Rusland en russificeerden ze de streek. Van 1917 tot 1921 was het permanent oorlog.

Toen het Rode Leger uiteindelijk Oekraïne veroverde, werd het Russisch opgelegd en alles onteigend.

Oekraïense leiders weken uit naar West-Europa, maar ze werden vermoord op vraag van Stalin, die

vanaf 1930 ook de Oekraïense elite liquideerde op beschuldiging van ‘bourgeois-nationalisme’ (p.56-

57). Vervolgens lanceerde hij zijn Holodomor. Controleurs doorzochten de huizen tot onder de vloer

en namen alle graan en voedsel mee. Duizenden dorpen werden van de kaart geveegd, er vielen

miljoenen doden. Enkele overlevenden getuigen: ze leefden van bladeren van de bomen.

Kannibalisme was wijd verspreid. Koelakken, in feite eerder arme boeren, werden met hun gezin

naar Siberië gedeporteerd (p. 60-71).

In 1991 verklaarde Oekraïne zich onafhankelijk tegen de zin van … de Verenigde Staten: Bush senior

kwam zelf naar Kiev om dat te zeggen (p. 105).

Net als in Rusland werden ook in Oekraïne de bedrijven geprivatiseerd, waardoor de oligarchen

ontstonden. Zij kochten de aandelen van de andere burgers op voor een prijsje.

In 1991, 1994 en 1997 erkende Rusland de grenzen van Oekraïne, in ruil voor de inlevering van de

kernwapens. Ook dat was een vraag van de Verenigde Staten: ze gaven er zelfs 700 miljoen dollar

voor, én veiligheidsgaranties (p. 110-112).

De bevolking van de Krim sprak zich in 1995 wel uit voor aansluiting bij Rusland, maar Oekraïne

negeerde dat.

In Oekraïne veranderde er weinig aan de top: communistische partijchefs bleven aan de macht, ook

in de bedrijven. President Koetsjma en de oligarchen overheersten het land, de armoede nam toe.

Gevolg: miljoenen Oekraïners emigreerden en gingen werken in Polen en andere landen.

Vanaf 2000 ging het beter en kwam er een groei van 6 tot 12% in 2007. De crisis van 2008 zorgde dan

weer voor grote werkloosheid.

Oekraïne had veel potentieel met zijn graan, voedingsmiddelen, mineralen en ertsen, maar de

handelsbalans bleef toch negatief vanaf 2009.

Omdat president Joestsjenko (2005-2010) te westers was, verhoogde Poetin de gasprijs van 50 naar

230 dollar per 1.000 m³. Oost- en West-Oekraïne groeiden verder uit elkaar (p. 100).

In 2010 won Janoekovitsj de verkiezingen. Zijn premier was een Rus uit de Donbas: Mykola Azarov,

geboren in Kaloega (ten zuidwesten van Moskou) en enkel Russischtalig. Janoekovitsj maakte het

Russisch weer de tweede landstaal, op gelijke voet met het Oekraïens.

In 2014 viel Rusland binnen op de Krim en in de Donbas, zogezegd “Uit zelfverdediging tegen de

fascistische staatsgreep van Maidan”. Rusland, de VSA, Groot-Brittannië, Frankrijk en China waren

vergeten dat ze de veiligheid en integriteit zouden garanderen. De Oekraïners voelden zich

bedrogen. Ook in 2022 bleek dat de afspraken van Boedapest (1994) waardeloos waren. Brzezinski

had toen al voorspeld: “Zonder Oekraïne is Rusland geen imperium.” (p. 114-115).


2

Naast imperialistische, speelden ook economische motieven een rol bij Poetins inval: Oekraïne bezit

veel grondstoffen, zeldzame aardmetalen, landbouwproducten en havens. De gas- en olievelden in

de Zwarte Zee en in de Zee van Azov bezit Poetin al sinds de inname van de Krim (p. 117-123).

Het laatste deel is literair: het volkslied uit 1863 (“Oekraïne is nog niet dood”), de vertaling van een

kortverhaal van Andri Ljoebka, vijf mooie gedichten van Noud Bles over zijn reis door Oekraïne in

2006, een sprookje uit Marioepol, een gedicht over de oorlog in de Donbas, een overzicht van de

weinige in het Nederlands vertaalde Oekraïense schrijvers en schrijfsters en van Nederlandse

schrijvers over Oekraïne en tenslotte een portret van Taras Sjevtsjenko, de nationale dichter en

schrijver.

Beoordeling

Deze bundel belicht Oekraïne vanuit verschillende oogpunten: geschiedenis, politiek, godsdienst,

economie, economische motieven voor de oorlog van 2022 en wat eerder uitzonderlijk is: ook veel

literatuur (p.125-206). Aan afwisseling is er geen gebrek. Het meest onthullend was voor mij het

hoofdstuk over de economische motieven voor de oorlog: de zeldzame aardmetalen en ertsen. Er

wordt niet uitgelegd waarom de welvaart dan niet groter is.

De chronologische volgorde ontbreekt helaas: de huidige oorlog komt aan bod vóór WO I. Een kaart

ontbreekt: de lezer wordt verondersteld te weten waar Tannenberg, de Mazurische meren etc.

liggen. Maar de vele hoofdstukken zijn vlot en aangenaam leesbaar geschreven.


Referentie:

Oekraïne: hoog op de zuil van vrijheid

Achtergronden, geschiedenis en literatuur

Noud Bles e.a.

Uitgeverij Aspekt, Soesterberg, juni 2022

211 pagina’s., foto’s, literatuur

Paperback, 13 x 21 cm, € 18,95

ISBN 978-94-646-2810-4

©Jef Abbeel juni 2022 www.jefabbeel.be




bottom of page