top of page
  • Jef Abbeel

Pax. Oorlog en vrede in het gouden tijdperk van Rome.

Na ‘Rubicon’ (over Julius Caesar) en ‘Dynastie’ (over Augustus en zijn opvolgers) vormt Pax het derde

deel van een trilogie over het Romeinse Rijk.

Succes-auteur Tom Holland (°1968) beschrijft uitvoerig de periode van 68 n.C. (zelfmoord van Nero)

tot ca. 138 n.C. (dood van Hadrianus). Zijn verre voorganger Edward Gibbon noemde in 1776 de

2 de eeuw n.C. de periode waarin de mensen het gelukkigste waren: overal was er vrede en

voorspoed, tenminste in Europa en westelijk Azië. Holland spreekt hem niet tegen.

Hij begint met Nero, die voor meer dan genoeg onrust zorgde. Het jaar 69 was het toppunt met vier

keizers: Galba, Otho, Vitellius en Vespasianus. De auteur lijkt te genieten van de vele moorden en

slachtpartijen dat jaar. Vespasianus ontpopte zich wel tot een vredesvorst.

Terloops vertelt de auteur ook veel over de standenmaatschappij, over de slaven, die een kwart van

de bevolking uitmaakten in Italië, de uitbarsting van de Vesuvius, de dood van Plinius op zijn 56 ste , de

dieren in het Colosseum, de gecastreerde jongens. In totaal gaat het meer over zulke onderwerpen

dan over de politieke of militaire prestaties van de keizers.

We vernemen wel dat consul Agricola in 83 Schotland veroverde en de Orkneyeilanden bereikte. De

lof daarvoor ging vooral naar keizer Domitianus, die kort daarvoor de Germaanse Chatten ten oosten

van Keulen verslagen had. Germanië leek nu definitief onderworpen, net zoals Brittannië.

Maar er was nog het gevaar van de Daciërs aan de Donau: zij hakten twee legioenen in de pan. De

annexatie van Caledonië door Agricola werd dan compleet opgegeven: de troepen waren nodig om

de vernietigde legioenen te vervangen. De forten werden zelfs afgebroken. Het was een diepe

vernedering voor Rome en voor hun beste generaal Agricola. Het duurde tot 92 vooraleer de Daciërs

de wapens neerlegden en ze de Romeinse heerschappij (tijdelijk) erkenden.

Rome werd ondertussen steeds meer een multiculturele stad met vreemdelingen uit gans het rijk,

van wie velen het burgerrecht kregen, o.a. de Judese rebellenleider Flavius Josephus, die vervolgens

een succesvol geschiedschrijver werd.

In 96 werd Domitianus vermoord door vrijgelaten hoffunctionarissen en meteen opgevolgd door zijn

vriend Nerva, die wel alle standbeelden van zijn voorganger liet verwijderen. Hij adopteerde meteen

zijn erfgenaam, Trajanus. Een goede keuze, want Nerva stierf al na 16 maanden.

Hoewel de Daciërs door Domitianus koest waren gehouden, kwamen ze onder Trajanus opnieuw in

opstand. Hij slaagde erin ze tussen 105 en 107 te verpletteren en bracht goud, zilver en een half

miljoen krijgsgevangenen mee naar Rome (p. 264). Dat cijfer lijkt me wel heel hoog.

In 115-117 veroverde hij ook nog Mesopotamië op de Parthen. Maar op de terugweg kreeg hij een

hersenbloeding, waardoor hij gedeeltelijk verlamd raakte. En doordat hij zo’n immens leger nodig

had om de Parthen te verslaan, ontstonden er elders problemen. Zoals in Egypte tussen Judeeërs en

Grieken, in Cyrene (Libië) en nadien in Babylon, telkens omwille van Judese opstanden. Judeeërs

zaten overal (p. 299), ook toen al.

Trajanus, de allerbeste keizer (p. 300), stierf op de terugreis. Hadrianus riep zich meteen uit tot

imperator. Hij had een lange militaire carrière achter de rug en was de meest intellectuele van alle

keizers (p. 301). Hij liet de door Trajanus veroverde gebieden Armenië, Mesopotamië en het westen

van Dacië evacueren. In 122 maakte hij een lange reis naar de Rijn, Brittannië, Afrika en Klein-Azië

om de grenzen van de Romeinse macht vast te leggen. Athene, zijn lievelingsstad, bezocht hij

meerdere keren en hij liet er de tempel van Zeus voltooien.

Rond 135 kwamen de Judeeërs opnieuw in opstand onder leiding van Simeon Bar Kochba. Bijna gans

Judea werd in een woestijn veranderd en het werd omgedoopt tot Syria Palestina.

In 138 benoemde Hadrianus op zijn sterfbed Antoninus Pius tot zijn opvolger. In 139 werd zijn as

bijgezet in een groot mausoleum. Tijdens Antoninus was er vrede in heel het rijk. Met deze keizer

eindigt de auteur. Na zijn lang verhaal volgen er nog een tijdstabel van 753 v.C. tot 138 n.C., een lijst

met ‘dramatis personae’, noten, een uitsluitend Engelstalige bibliografie en een register.

Beoordeling

Tom Holland is enorm belezen, kent eindeloos veel details over het uitzicht, karakter en privéleven

van de keizers en hun medewerkers, heeft een vlotte pen.


2

Over die keizers en hun intriges vertelt hij te veel onnodige details, waardoor zijn boek eerder mooi

proza is dan nuchtere historiografie. Dat is zeker zo wanneer hij voorspellingen en wonderen

beschrijft, zoals een blinde die opnieuw ziet nadat keizer Vespasianus op zijn ogen heeft gespuugd en

een kreupele die weer stapt nadat Vespasianus zijn hiel tegen zijn been heeft gehouden (p. 148-149).

De auteur haalt de goden er heel dikwijls bij als verklarende factor, net alsof ook hij overtuigd is dat

die nu eens boos waren op de Romeinen, dan weer goedgezind (p. 242, p. 245, p. 335 etc.).

Zijn boeiend boek zal wel succes kennen.

Referentie

Tom Holland,

Pax. Oorlog en vrede in het gouden tijdperk van Rome.

Vertaling van : ‘Pax. War and Peace in Rome’s Golden Age’.

Uitgeverij Athenaeum-Polak&Van Gennep, A’dam/ L&M, Antwerpen, juli 2023.

399 p., kaarten, foto’s, tijdstabel, dramatis personae, noten, bibliografie, register.

Harde kaft, 22 x 14 cm.

ISBN 978 90 253 1648 8; € 32,50.


© Jef Abbeel juli-augustus 2023


bottom of page