Mikhail Suslov
Over Poetinisme verscheen in 2018 al een degelijk boek van Katlijn Malfliet. Dit van Soeslov is actueler,
ruimer, maar ook moeilijker. Het bespreekt ook de politieke denkers van het verleden zoals de
Slavofielen, het nieuwe conservatisme, het idee van de Roesski Mir/Russische wereld, het project Eurazië,
de rol van de orthodoxe kerk, de messianistische taak van Rusland als ‘katechon’/tegenhouder van het
kwaad.
In 2018 noemde Malfliet het Poetinisme nog een verfijnde vorm van autocratie en zag ze, zoals de
meesten, geen militair gevaar. Nu mogen we dat ‘verfijnd’ wel weglaten en het militair gevaar is vandaag
groter dan ooit. In 2014 werd in Rusland nog vreedzaam betoogd met Oekraïense vlaggen tegen de
annexatie van de Krim en tegen de inmenging in Novorossija, de pro-Russische regio’s in de Donbas. Nu
worden honderden mensen opgesloten die enkel maar bloemen neerleggen voor Navalny.
In 2018 was het internet nog vrij, sinds 2022 niet meer. Malfliet had toen nog veel lof voor Poetin, die
voor orde en welvaart zorgde en door de Russen op handen gedragen werd (en nu nog door de meesten).
Er zijn dus genoeg verschilpunten met het boek van Soeslov en redenen om het ook te lezen.
Soeslov is professor in Kopenhagen en verwijt het Poetinisme dat het hem zijn vaderland heeft
afgenomen, dat het een dodelijke oorlog tegen Oekraïne is begonnen i.p.v. ervoor te zorgen dat de
inwoners een hogere levensstandaard krijgen en niet langer tien jaar eerder sterven dan in de rest van
Europa. Nu is de levensverwachting 66,5 jaar voor de mannen, 76,4 jaar voor de vrouwen, gemiddeld 71
jaar (n.v.j.a.).
Hij zegt dat het Poetinisme al ontstond rond 2009-2012, toen een snelle evolutie plaatsvond naar anti-
westers, anti-liberaal, naar isolationisme en militarisme (p. 4). Het bevat ook elementen van fascisme en
imperiale hybris (p. 15).
Zijn boek is gebaseerd op ca. 1.500 teksten van Russische besluitvormers, denktanks, regeringskranten en
adviseurs van Poetin. Het valt me op hoeveel denktanks en regeringskranten er zijn in Rusland. Soeslov
zegt dat de meeste Russen instemmen met het Poetinisme en hij toont dat ook aan met een tabel van
hun waarden (p. 28-29). De helft van de bevolking is niet geïnteresseerd in politiek en is bereid om
vrijheid en mensenrechten in te ruilen voor een hogere levensstandaard. Velen spreken wel over
traditionele waarden en Rusland als unieke beschaving, maar tegelijk zijn er veel echtscheidingen en
abortussen. Oekraïne noemen zij decadent en Westers. De jeugd hecht wel meer belang aan
mensenrechten, vrede, vrijheid, rechtvaardigheid en minder aan de Sovjet-nostalgie.
Hoofdstuk 2 gaat over politieke denkers uit het verleden die nu bruikbaar zijn voor het Poetinisme. De
Slavofielen uit de 19 de eeuw zijn de bekendsten. Zij kwamen in verzet tegen de Westerse invloeden die
door Peter de Grote en Catharina de Grote in Rusland binnengebracht waren. Zij verheerlijkten de
Russische ziel, de mir (dorpsgemeenschap), het christendom van de boeren, de eenheid van de Slavische
volkeren, de superioriteit van de orthodoxe cultuur over alle andere. Bekende vertegenwoordigers waren
Chomjakov, Gogol (Oekraïner) en Dostojevski. Tegenstanders waren Tsjadajev en Herzen. In de 20 ste eeuw
waren er Neo-Slavofielen, o.a. filosoof Ivan Ilin, die veel aanhangers heeft bij de siloviki (mensen met
macht) en bij Poetin.
Ilin (1883-1954) beschouwde de Sovjetunie als een rijk dat harmonieus verschillende culturen en
nationaliteiten verenigde. Hij vond dat soldaten moeten vechten voor hun vaderland, tegen het kwaad
en tegen personen die beter dood zouden zijn. In vele opzichten leunde hij aan bij het fascisme. Hij
beschouwde Mussolini en Hitler als voorbeeldige leiders, die Europa redden door de democratie te
ontbinden. Hij was al in 1934-1938 tegen de afscheiding van Oekraïne. Hij schreef: “Klein Rusland en
Groot Rusland zijn met elkaar verbonden door geloof, stam, geschiedenis, geografische ligging, economie,
cultuur en politiek.” En hij voorspelde: “De geschiedenis heeft nog niet zijn laatste woord gezegd.”
Begrijpelijk dat Poetin hem graag citeerde.
Aleksandr Zinoviev (1922-2006) hoort ook bij deze strekking. Volgens hem was Stalin de belangrijkste
persoon, niet enkel van de eeuw, maar ook van het millennium. Stalin had het culturele niveau van de
‘onbeschaafde volkeren’ in Centraal-Azië opgetild en WO II gewonnen.
Zinoviev zag de perestrojka als een subversieve actie van de westerse geheime diensten tegen de SU en
het Westen als een agressieve kolonisator, oorzaak van een onrechtvaardige wereldorde met meesters en
slaven, een eeuwige bron van oorlog, een gevaar voor Rusland en voor de Russische cultuur. Poetin en de
2
Russische media namen zijn antiwesterse visie over. In 2021 tekende Poetin een decreet waarin stond dat
de 100 ste geboortedag van Zinoviev in 2022 gevierd moest worden. Er zou een Zinoteka komen, een
permanent expositieterrein van 147 ha, maar dat is blijkbaar nog niet gebouwd. In 2022 verklaarde zijn
weduwe dat hij de oorlog tegen Oekraïne zeker zou goedkeuren als daad van Ruslands ultieme bevrijding
van het Westerse kolonialisme en van de rabiate Rusland-haat en als een preventieve aanval op de
Westerse plannen om Rusland te veroveren (p. 77-78).
Volgens Soeslov heeft Poetin geen vaste favoriete filosoof: hij maakt een selectie uit Slavofielen, Ivan Ilin
en Zinoviev.
Hoofdstuk 3 gaat over conservatisme. De orthodoxe kerk fungeert als steunpilaar hiervan. Toen de partij
Verenigd Rusland ontstond in 2001, was ze gematigd conservatief.
In oktober 2000 zei Poetin nog tegen Chirac dat Rusland een deel was van een groter Europa en wees hij
op de mogelijkheid van integratie met de EU. En later pleitte hij voor één economische en culturele
ruimte van Lissabon tot de Stille Oceaan (p. 197). In 2005 herhaalde hij nog eens het idee van Gorbatsjov
en Jeltsin dat het Russische volk een deel is van de grote Europese familie en beschaving.
Vanaf 2005 ontstond het concept ‘soevereine democratie’ en koos het regime voor een conservatieve
ideologie. Poetins speech van 2007 in München, zijn oorlog tegen Georgië in 2008 en de benoeming van
Kirill tot hoofd van de Russische orthodoxe kerk in 2009 zorgden voor vervreemding van het Westen. Op
het 11 de Partijcongres van Verenigd Rusland in 2009 werd het conservatisme geproclameerd als officiële
ideologie van stabiliteit en ontwikkeling, op basis van de Russische geschiedenis, cultuur, spiritualiteit en
traditionele waarden.
Er is etnisch nationalisme (enkel de echte Roesskii) en burgerlijk nationalisme (alle 145 miljoen Rossiiskii).
Met de oorlog in Oekraïne komt het nationalisme weer naar boven tegen de ‘Westerse pogingen om de
nationale eenheid van Rusland te ondermijnen’ en tegen het ‘nazisme in Oekraïne’. De ideologie van de
Roesskii Mir/Russische wereld rechtvaardigt de assertiviteit, de annexatie van de Krim en de invasie in
Oekraïne (p. 144-151).
Geopolitiek is een centraal thema in Poetins ideologie. Aleksandr Doegin, één van zijn leermeesters,
schreef daar al handboeken over in 1992 en 1996. Een groter Eurazië is dan een alternatief tegen
verwestering en globalisering. In Oekraïne verdedigt Rusland zich dan tegen het Westen.
Tijdens de Maidan-crisis van 2013-2014 sprak Poetin nog over een gemeenschappelijke economische
ruimte van Lissabon tot Vladivostok, maar niet meer over een gemeenschappelijke beschaving. Het
concept van een economische unie verdween geleidelijk met Ruslands keuze voor anti-liberaal,
antiwesters en voor een groter Eurazië en een alliantie met China. Anti-kolonialistische en
anti-hegemonistische retoriek horen hierbij: het Westen verliest na 500 jaar dominantie aan belang,
Rusland kiest de kant van de winnaars en dat zijn de dynamische Aziatische landen. De Russische waarden
sluiten beter aan bij de Aziatische, beweren denkers zoals Sergej Karaganov en Igor Morozov. Siberië
krijgt daarin een grotere rol. Minister van defensie Sergej Sjogjoe pleitte zelfs om de hoofdstad te
verplaatsen naar Siberië. De isolationistische strekking bestaat ook nog en heeft de wind in de zeilen door
de ongeziene sancties als gevolg van de oorlog. Ze sluit aan bij een uitspraak van Alexander III: “Rusland
heeft slechts twee bondgenoten: zijn leger en zijn vloot.” In 2017 kreeg hij van Poetin een standbeeld in
Jalta op de Krim (p. 212).
Bij de invasie in Oekraïne beschuldigde Poetin het Westen van onrechtvaardigheid: het had de NAVO wel
uitgebreid. Rusland vecht in Oekraïne zogezegd voor een ‘rechtvaardigere en multipolaire wereldorde’ en
tegen de dominantie van het Westen dat grotere ongelijkheid veroorzaakt.
Het Poetinisme heeft ook religieuze aspecten, waarvoor de orthodoxe kerk heeft gezorgd. Hoewel de
grondwet de scheiding van kerk en staat voorziet, bepaalt de kerk de waarden van de maatschappij. Ze is
aanwezig in de scholen, het leger, de kunst, de massamedia, de huwelijksmoraal (geen homohuwelijk
dus). Rechtvaardigheid is volgens Kirill de belangrijkste orthodoxe waarde en de messiaanse taak van
Rusland is voor rechtvaardigheid zorgen. Hij beweert ook dat Rusland in Oekraïne vecht voor het
overleven van zijn unieke beschaving en de tegenstanders voor een buitenlandse beschaving. “Oekraïne is
erger dan een vijand”(p. 242). In 2022 was Kirill snel en duidelijk met zijn steun voor de oorlog en prees hij
Poetin voor zijn versterking van Ruslands soevereiniteit. Voor de Wereldraad van Kerken beweerde hij in
maart 2022 dat de oorlog geen conflict is tussen Rusland en Oekraïne, want dat hoort bij de Russkii Mir,
maar tussen Rusland en het Westen, dat Oekraïne gebruikt als gevolmachtigde (p. 243).
3
De permanente tentoonstelling ‘Rusland – Mijn geschiedenis’ (2013-nu) vervalst de feiten, o.a. door
Stalins terreur goed te praten als noodzakelijke voorbereiding op de oorlog. Kerk en staat komen ook
daarin goed overeen.
Messianisme hoort ook bij de religieuze kant van het Poetinisme en bij de taak van het ‘Heilige Rusland en
Derde Rome’. Rusland is door God uitverkoren om christelijke alternatieven te tonen aan de wereld en
om voor stabiliteit te zorgen. Toen het Russische leger optrad in Syrië, schreef de regeringskrant
Rossiiskaja Gazeta: “Rusland is de wereld aan het redden in Syrië.” (p. 262).
En met zijn oorlog tegen Oekraïne, die het voorstelt als zelfverdediging, wil het alles ontmantelen wat het
Westen heeft opgebouwd in de voorbije 30 jaar en wil het de Angelsaksische wereldorde, het ‘globale
fascisme’, omverwerpen en een nieuwe Russische wereldorde instellen.
Het boek eindigt met een selectieve index van personen en thema’s.
Beoordeling
Soeslov ontleedt kritisch, duidelijk en met veel vakkennis de aspecten van het Poetinisme. Het is een
moeilijk boek, de lectuur vergt veel concentratie. Het bevat eindeloos veel eigennamen van personen,
clubs, denktanks, die enkel bekend zijn bij specialisten. Na elke hoofdstuk volgen indrukwekkende
notenlijsten: de auteur heeft zijn werk grondig aangepakt en veel gelezen, vooral in het Russisch en het
Engels.
De grafieken zijn soms onduidelijk, het verschil tussen de donkere lijn (tevreden mensen) en de minder
donkere (ontevredenen) is bijna nihil op p. 34.
Op p. 31 zegt Soeslov dat de staatsambtenaren in het onderwijs, de administratie en de gezondheidszorg
een relatief hoge levensstandaard hebben. Op p. 43 zegt hij dat ze slecht betaald worden. Een basiskennis
van het Russisch en een Russisch woordenboek zijn aanbevolen, want de vele Russische begrippen
worden maar één keer uitgelegd. Ook het Engels is niet altijd gemakkelijk. Het boek is aanbevolen voor
wie de oorlog tegen Oekraïne, het optreden van Poetin in het algemeen en de houding van de Russen
beter wil begrijpen.
Veel van de hier beschreven fenomenen werden ook geconstateerd door Maja Wolny tijdens haar
recente rondreis door heel Rusland en beschreven in ‘De trein naar het imperium’ (februari 2024).
Daarover later.
Referentie:
Mikhail Suslov,
Putinism – Post-Soviet Russian Regime Ideology.
Uitgeverij Routledge, London (UK), februari 2024
286 pagina’s, figuren, noten, index
ISBN 978-1-032-15388-9 (paperback) £ 35,99 (€ 42)
ISBN 978-1-032-15385-8 (hardback) £ 130 (€ 152!)
©Jef Abbeel, februari 2024 www.jefabbeel.be
Comments