Rusland is sinds 1990 fundamenteel anders dan de Sovjet-Unie tijdens de Koude Oorlog : het boezemt minder angst in, de vrije markt is er vrijer dan hier, de machthebbers zijn zelf miljardairs in plaats van bevoorrechte rode proletariërs, maar corruptie, afpersing, machtsmisbruik en steekpenningen zijn hindernissen waarmee elke Westerse ondernemer moet afrekenen, letterlijk en figuurlijk. BP, Shell, Ikea, Motorola en duizenden kleinere bedrijven verloren veel geld aan de maffia, aan corrupte rechters en zichzelf verrijkende politieagenten.
Georgië ondervond in 2008 nog wel hoe hard het Rode Leger nog kan optreden, maar het bleef er geen 45 jaar zoals na de 2° W.O. in het Oostblok. De geheime dienst en het regime (waarvan 70% uit die dienst afkomstig is) gebruiken nu andere middelen : radioactief polonium, kwik en ander vergif om kritische journalisten en ongewenste presidenten het zwijgen op te leggen, olie en aardgas om onwillige regimes tot nieuwe satellietstaten te degraderen.
Maar het nieuwe sterke wapen is Gazprom, de grootste aardgasleverancier ter wereld.
Helemaal nieuw is het niet, want, zo leren ons Panyuskin en Zygar. Al in 1960 ondertekende Enrico Mattei, de directeur van het Italiaanse energiebedrijf ENI een aardgasakkoord met Chroesjtsjov. Kort nadien verongelukte zijn vliegtuig in mysterieuze omstandigheden. Hij had de olie- en aardgasblokkade van de SU doorbroken.
In 1970 ondertekende Willy Brandt en Leonid Brezjnev hun “gas voor buizen” – akkoord. Duitsland leverde buizen met grote diameter en op 1 oktober 1973 stroomde het eerste aardgas uit de SU in Europa binnen. De Amerikanen probeerden tot 1982 om Duitsland te doen stoppen met deze samenwerking, want in geval van oorlog zouden de Russen hun tanks rechtstreeks vanuit de pijpleidingen kunnen voltanken en zo in enkele dagen heel Europa veroveren.
Ondertussen is de SU uiteengevallen, Finland is voor 100 % afhankelijk van Gazprom, Oostenrijk voor 75, Duitsland voor 45en de voormalige Oostbloklanden zoals Polen, Oekraïne en Wit-Rusland voor percentages in de buurt van de Finse. De Russische invloed op de politieke besluitvorming in Wit-Rusland en Oekraïne is dan ook vrij groot. Hetzelfde geldt voor Centraal - Aziatische landen zoals Turkmenistan en Oezbekistan.
Gazprom is sinds 2006 ook sponsor van Schalke 04 ( Gelsenkirchen ) en eigenaar van Zenit Sint-Petersburg. En hun Roman Abramovitsj bezit voetbalclub Chelsea.
Ook de andere bestuursleden van Gazprom zijn er niet slechter van geworden. Als ze niet in Monaco of Londen wonen, verblijven ze op 20 km van Moskou, in stevige datsja’s, eerder kleine burchten, achter een stenen muur van 3 m hoog, die hun rijkdom verbergt voor de gewone Moskoviet. Ook elders in Rusland hebben ze zulke optrekjes.
Andere toppers uit de voorbije 20 jaar, die dank zij Gazprom welvarender werden, komen ook aan bod : Tsjernomyrdin, Ryzjkov, Jegor Gajdar, Jeltsin, Berezovski, Primakov, Vjachirev en Aleksej Miller.
Soms vertellen de auteurs er onthutsende dingen bij, ze zijn heel goed op de hoogte, maar hun reportage had wat ordelijker en beknopter mogen zijn. En de ontelbare dialoogjes doen afbreuk aan de geloofwaardigheid van hun onderzoeksjournalistiek.
Hun boek toont hoe dan ook aan hoeveel macht het duo Gazprom – Rusland hebben in een territorium dat zich momenteel uitstrekt van Engeland tot Oezbekistan en Turkmenistan.
Een kaartje met de bestaande en geplande gaspijpleidingen ontbreekt helaas. De uitgever had dat makkelijk uit een krant kunnen halen ( bv. D.S., 04.03.08).
Referentie :
Valeri Panyushkin – Michail Zygar,
Gazprom.
Ruslands nieuwe wapen.
Uitgeverij Spectrum, Houten / Standaard, Antwerpen, 2008.
275 p. ; register.
ISBN 978 90 491 0001 8 ; € 19,95.
Bewijsnummer naar :
Standaard Uitgeverij
t.a.v. Leen Lever
Mechelsesteenweg 203
2018 Antwerpen
e-mail : leen.lever@standaarduitgeverij.be
Jef Abbeel okt. 2008.