Het Rusland van Poetin Rusland tegen het Westen
Angela Stent
De auteur is hoogleraar Euraziatische, Russische en Oost-Europese studies aan de Georgetown University in Washington en schreef al vier boeken over de relaties tussen de SU/Rusland en de rest van de wereld. In dit stevig boek onderzoekt ze de heropstanding van Rusland dank zij Poetin en de relatie met vele landen, uitgezonderd Afrika. Hoewel Poetin ook daar zeer actief is, minstens sinds 2019. Met het wereldkampioenschap voetbal van 2018 maakte Rusland een goede indruk op alle bezoekers en het toonde zijn terugkeer op het wereldpodium. De annexatie van de Krim, de daaropvolgende inval in Oost-Oekraïne en het neerschieten van een vliegtuig met 298 doden tot gevolg hadden voor een pijnlijke afkoeling gezorgd. Stent verklaart die Russische agressie vanuit de vernedering door het verlies van Oost-Europa en van de ex-Sovjetstaten. Engeland en Frankrijk hadden ook jaren nodig om het verlies van hun kolonies te verwerken. Poetin zou graag de Russische invloed in de verloren gebieden herstellen. Vaste elementen in het buitenlands beleid zijn: de indrukwekkende oppervlakte, de lange afstanden, het extreme klimaat, de economische achterstand en de noodzaak van een sterk gezag. De economische achterstand, vooral in consumptiegoederen, contrasteert met de ereplaats in de ruimtevaart. Stent vindt ook dat Rusland enkel met het verstand niet te begrijpen is. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie vond Rusland dat geen enkele voormalige lidstaat zich mocht aansluiten bij de EU of NAVO en dat de 22 miljoen Russen buiten Rusland verdedigd moesten worden. Poetin vindt ook dat de Russische cultuur uniek is, zowel Europees als Aziatisch en superieur aan de Westerse. Geen enkel ander land moet zich bemoeien met zijn ‘soevereine democratie’. Europa is de grootste afzetmarkt van Russische olie en aardgas. Tijdens Gorbatsjov en Jeltsin was Rusland zeer pro-Europees, maar de NAVO-bombardementen op Belgrado verkoelden die relatie. Poetin had meer respect voor China’s autoritaire modernisering. Hij snapt niet hoe de EU kan functioneren als de voorzitter om de zes maanden wisselt. De relaties verzuurden door de uitbreiding met Polen en de Baltische landen in 2004 en het partnerschap van 2009 met zes buurlanden van Rusland: Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Oekraïne, Moldavië en Wit- Rusland. Het associatieverdrag van 2013 had als gevolg dat Oekraïne geen lid meer kon worden van de Euraziatische Economische Unie die Rusland wou oprichten. Stent beschuldigt Rusland ervan financiële steun te verlenen aan uiterst-rechtse partijen zoals het FN, maar ze is slordig met haar cijfers: die ’10 miljard $’(p. 80) moet 10 miljoen zijn. Duitsland en Rusland hadden eeuwenlang relatief goede relaties en zeer goede ten tijde van Kohl en Gorbatsjov, Schröder en Poetin, maar door de inmenging in Oekraïne zijn ze vertroebeld. De NAVO was voor de Sovjets altijd de grote vijand. Stent beweert hier (p. 139-141 en p.151) dat Baker en Bush in 1990 enkel beloofden geen NAVO-troepen in de DDR te stationeren en dat ze niet beloofden dat de NAVO zich buiten Oost-Europa zou houden. De zin met ‘there would be no extension of NATO one inch into the east’ is nochtans genoeg bekend en is ook bevestigd door Jack Matlock, toenmalig ambassadeur in Moskou. (Bron: Joshua Itzkowitz Shifrinson, ‘Deal or no deal. The end of the cold war and the US offer to limit Nato expansion’, in International Security, spring 2016, p.30.) En toen Clinton het NAVO-lidmaatschap aanbood aan Polen, Hongarije en Tsjechië, verbrak hij daarmee de belofte van 1993 aan Jeltsin om de NAVO niet uit te breiden. Hij nam Rusland dan wel op in de G-7, als compensatie.
Drie weken na dat lidmaatschap in 1999 begon de NAVO te bombarderen op Servië, waarmee de grote angst van het Kremlin bevestigd werd. In 2004 liet de NAVO dan nog 7 nieuwe landen toe, tot groot ongenoegen van Poetin. Stent zegt zelf dat over deze uitbreiding onvoldoende is nagedacht: de Baltische landen zijn niet te verdedigen tegen een Russische inval (p. 153-154). Bush stelde zelfs voor om ook Georgië en Oekraïne op te nemen, wat Stent een provocatie noemt. In 2008 verklaarde Kosovo zich eenzijdig onafhankelijk van Servië, met goedkeuring van de VSA. Bij de annexatie van de Krim beriep Poetin zich op de dreiging van de NAVO om Oekraïne lid te laten worden en de NAVO-vloot dan op de Krim te stationerenspatie(p. 159). In 2017 werden wel NAVO-troepen gestationeerd in de Baltische staten en Oost-Polen. Stent besluit dit deel als volgt: “De uitbreiding van de NAVO was niet de enige reden voor de scheiding tussen Rusland en het Westen. De belangrijkste reden was dat Rusland de voorbije 25 jaar nooit de regels van het internationale bestel wilde accepteren.”(p. 164). Zij speculeert op het einde van Trumps mandaat in 2020, maar dat zal eerder 2024 zijn. In 2014 verklaarde Poetin dat hij actief de rechten van de Russen buiten Rusland zal blijven verdedigen. Stalin bezorgde Rusland in 1945 zijn grootste oppervlakte ooit, Jeltsin in 1991 de kleinste sinds 1654. Rusland beschouwt de ex-Sovjetstaten als nabije buitenland, als deel van hun veiligheidszone en vindt dat ze geen lid mogen worden van Westerse organisaties. De Russische diaspora (22 miljoen) is sterk aanwezig in Oekraïne (12 miljoen), de Krim (1,7 miljoen) en Kazachstan (4 miljoen). Het Kremlin richtte in 2007 de organisatie Russky Mir op: deze probeert hen samen te houden en overal de Russische taal te steunen. In 8 van de 15 ex-Sovjetstaten zijn Russische troepen gestationeerd. Een andere bezorgdheid is de islamitische terreur van de Tsjetsjenen: ze veroorzaakten al honderden doden bij aanslagen en ze waren met 3.000 à 4.000 strijders bij IS. Rusland en Oekraïne bezondigen zich ook aan herinterpretatie van het verleden. Poetin ziet Russen en Oekraïners als één volk en weigert de soevereiniteit van Oekraïne te erkennen. Russische en Oekraïense historici twisten om de erfenis van het Kievse rijk. Gorbatsjov had een Oekraïense moeder en een Russische vader; hij hoopte in 1991 de USSR samen te houden door meer autonomie te geven. Maar Kravtsjoek (Oekraïne) weigerde een nieuw unieverdrag te sluiten. Jeltsin, Kravtsjoek en Sjoeskevitsj (Wit-Rusland) ontbonden dan de Sovjet-Unie, tot grote woede van Gorbatsjov, die uit het Kremlin moest verdwijnen. Pas dan zag Jeltsin de problemen: Oekraïne was ineens de derde kernmogendheid, de Russische vloot lag in de Zwarte Zee en aan de Krim, allebei Oekraïense gebieden. De kernwapens werden uit Oekraïne gehaald, in ruil voor veiligheidsbeloften van de VSA, Frankrijk en Engeland. In 2014 bleken die beloften waardeloos te zijn. President Janoekovitsj liet schieten op de betogers: er vielen 100 doden. Dan vluchtte hij naar Rusland. Poetin veroverde dan de Krim, dat bij referendum met 96% voor annexatie bij Rusland stemde. Dan volgden de bezetting van de Donbas en het neerhalen van MH17 door de separatisten, die dachten dat het een Oekraïens militair vliegtuig was. Een oplossing voor Oekraïne blijft uit. Rusland en China hebben nu betere relaties dan ooit. Ondanks het verdrag van 1689 had Rusland in 1858-1860 toch de Amoer-provincie aangehecht. Tijdens Chroesjtsjov en Brezjnev werd er ruzie gemaakt met Mao. Gorbatsjov zocht toenadering, maar werd door Deng verguisd wegens zijn glasnost. Jeltsin sloot een economisch en een niet-aanvalsverdrag. Poetin en Xi zijn de beste vrienden. Sinds 2009 is China de grootste handelspartner van Rusland. Het Chinese BNP is wel 8,5 keer groter dan het Russische: 11.000 miljard tegenover 1.300 miljard $. Rusland en Japan blijven elkaar wantrouwen. In 1904-05 versloeg Japan (46 mln. inwoners) het grote Rusland (130 mln.) in de strijd om Mantsjoerije en Korea. In 1945 nam Stalin weerwraak: hij veroverde de Zuidelijke Koerilen en 640.000 Japanse krijgsgevangenen
moesten tot 1956 dwangarbeid verrichten in Siberië. 10% van hen stierf. Japan eist al de vier eilanden terug, Rusland wil er maar twee geven. 75 jaar na de oorlog is er nog geen vrede. Met China heeft Japan ook een historische ruzie, maar China is wel de belangrijkste handelspartner van Japan en Japan de tweede van China, na de VSA. China treedt steeds assertiever op in de Zuid-Chinese zee, waar de Japanse Senkaku-eilanden liggen. De terugkeer van Rusland in het Midden-Oosten is één van de grootste prestaties van Poetin. Hij is de enige leider die praat met zowel sjiieten en soennieten als Israëli’s. In 2003 probeerde hij tevergeefs de oorlog in Irak te vermijden, want die zou het terrorisme aanwakkeren. Dat kwam helaas uit: IS ontstond, de Arabische revoluties volgden in 2011. Sinds 2015 steunt hij Assad, die als sjiiet regeert over een meerderheid van soennieten en tijdens de lange burgeroorlog meermaals chemische wapens inzette tegen de rebellen. De steun aan Assad heeft de relatie met Erdogan soms wel bemoeilijkt, maar Rusland en Turkije blijven belangrijke handelspartners en vele Russische toeristen trekken naar Turkije. De relaties met Israël zijn beter dan ooit en dat geldt ook voor de situatie van de Joden in Rusland. In de opvoeding van Poetin speelden Joden een grote rol. Ook Saoedi-Arabië is een bondgenoot geworden, ondanks de steun aan de extreme islam en het verzet van het land tegen Assad. Met Iran komt Poetin ook goed overeen: samen steunen ze Assad en bouwen ze kernreactoren. Rusland is dus terug in het Midden-Oosten zoals de SU er nooit was. Met de VSA gaat het op en neer. Gorbatsjov en Jeltsin schoten goed op met hun Amerikaanse ambtsgenoten, maar de relatie werd gespannen door de uitbreiding van de NAVO, het Amerikaans bombardement op Belgrado, de inval in Irak en de steun aan de kleurenrevoluties in Georgië en Oekraïne. De democraten ergerden zich aan de Russische inmenging in de verkiezingen van 2016 (en vergaten de Amerikaanse inmenging in de Russische verkiezingen van 1996). Trump behandelt Poetin meestal wel met respect, maar schort verdragen op en handhaaft de sancties. Poetin heeft dus veel bereikt in zijn buitenlands beleid, maar de economie blijft zwak (slechts een beetje groter dan die van de Benelux) en zorgt dat vele plannen niet uitvoerbaar zijn. Andere zwakke plekken zijn het lage geboortecijfer (behalve bij de moslimbevolking), de braindrain van intelligente jongeren, de versleten infrastructuur, de vele sterfgevallen van jongemannen tussen 18 en 30. Hiervoor geeft Stent geen verklaring op p. 409. Dus vullen we dat pijnlijk fenomeen even aan: drugs, fysiek geweld, roekeloos rijgedrag, weinig aandacht voor veiligheid op het werk, veel roken, ongezonde voeding, zelfmoord, verkeerde drank. Wodka is te duur geworden, dus drinkt men slechte, chemische wijn, zelfgestookte alcohol en zelfs methanol, waardoor ze soms blind worden of dood vallen. En dan is er de traditie dat een geopende fles dezelfde avond leeg moet. De schrijfster stelt zich ook vragen over de opvolging van Poetin, maar die heeft hij zelf opgelost door de grondwet aan te passen, waardoor hij eventueel tot 2036 kan aanblijven. Dan zal hij 84 zijn. Beoordeling Stent kent Rusland en de ex-Sovjetrepublieken door en door. Ze gebruikt in haar studie ook veel Russische bronnen. De inhoud van het boek is veel ruimer dan de titel: ook een massa landen buiten de voormalige Sovjet-Unie komen ter sprake. Ze toont duidelijk aan hoe Poetin zijn land weer op de wereldkaart heeft gezet. Van de lezer wordt een stevige concentratie verwacht. De opmerkingen die nu volgen zijn vooral details. De kaarten op p. 8, 189, 233, 279 zijn goed bedoeld, maar ontoereikend: je moet zelf een geografische en historische atlas bij de hand nemen. Soms staan er spel- of drukfouten in: dysfunctioneel (p. 23, 33) i.p.v. disfunctioneel; Willy Brand i.p.v. Brandt (p. 111); mythen ‘is’ i.p.v. zijn (p. 140); Mentsov (p. 180) moet Nemtsov zijn (p. 180); ‘Rusland bracht een bezoek’ (p. 191) moet zijn: Poetin bracht een bezoek; 1887 moet 1787 zijn (p. 211); economisch moet economische zijn (p. 237); ernstiger
moet veranderen in ernstigere (p. 238); Dagelijks dag in Dagelijks (p. 315); na Brezjnev kwamen er 2 i.p.v. 3 oude leiders: Andropov en Tjernenko (p. 346). Het aantal moslims in Rusland bedraagt op p. 305 slechts ‘2 miljoen’ en op p. 409 zijn het er 1/5 de van de bevolking, dus 28 miljoen: een groot verschil. Het FN kreeg een lening van ’10 miljard $’ (p. 80): dat moet 10 miljoen zijn. Stent beweert dat het bondgenootschap tussen Stalin en Churchill al eindigde tijdens WOII (p. 88): dat gebeurde pas in 1946 met de Fulton-speech van Churchill. Stent situeert de NAVO in de ‘groene voorstad Evere’ (p. 135): als ze daar eens komt, zal ze weinig groen zien. Ze noemt Maria Zacharova ‘minister van Buitenlandse Zaken’: dat is Sergej Lavrov, zij is diplomaat en woordvoerder. In Kazachstan is ondertussen Tokayev in de plaats gekomen van Nazarbajev en Astana heet nu Nur-Sultan (p. 196). Op p. 233 duikt ineens het woord HALO op, zonder enige uitleg. Bij de foto’s tussen p. 256 en 257 staan geen verwijzingen naar de tekst en omgekeerd ook niet. De oorlogen tussen Rusland en het Ottomaanse rijk vonden niet enkel plaats in de 16 de en 17 de eeuw, maar ook in de 18 de en 19 de . De uitgever heeft dus nog wat werk. Het boek is voorzien van vele noten, een bibliografie en een stevig register. ISBN 978 90 003 1552 9 Uitgeverij Spectrum, A’dam/Lannoo, Tielt, april 2019 Paperback, 504 p., 23 x 15 cm, € 39,99 Vertaling van ‘Putin’s world. Russia against the West and with the rest’ door Conny Sykora © Jef Abbeel www.jefabbeel.be