top of page
  • Jef Abbeel

Mijn moeder zou het oorlog noemen. Waarom in Rusland bijna niemand nog zijn mond durft open te doen.


Vera Politkovskaja

De schrijfster (°1980) is de dochter van de in 2006 vermoorde mensenrechtenactiviste Anna

Politkovskaja (°1958). Anna streed tegen de misdaden van het regime, tegen de corruptie, tegen

Poetin. Dochter Vera, alleenstaande moeder van een tienerdochter (°2007), is ook journaliste.

Toen de oorlog tegen Oekraïne uitbrak, werd haar dochter op school lastig gevallen en besloten ze

samen te vluchten. Ze wonen nu in Italië, waar dit boek oorspronkelijk verscheen, met een andere

titel.

Ze zegt dat iedereen in Rusland haar moeder vergeten is, maar dat in het Westen pleinen en straten

naar haar genoemd zijn en dat haar boeken wereldwijd gelezen worden. De moeder werd geboren in

New York, waar haar vader, Stepan Mazepa, Oekraïens diplomaat was bij de VN.

In 1980 studeerde ze aan de universiteit van Moskou af als journaliste. Ze werd meteen een lastige

journaliste. Ze onderzocht in de jaren 90 hoe oligarch Goesinski zo rijk was geworden. Tussen Anna

en haar man Aleksandr, ook een kritisch journalist, was er dikwijls ruzie. Hij bracht o.a. verslag uit van

de kernramp in Tsjernobyl (1986).

In 1991 maakten ze het einde van de SU mee en de staatsgreep. En in 1999-2000 de

machtsovername door Poetin, die in 2014 de Krim annexeerde en dan binnenviel in Oost-Oekraïne.

In 2020 hervormde hij de grondwet, zodat hij kan aanblijven tot 2036. In 2020 werd Navalny

vergiftigd met novitsjok, omdat hij te veel wantoestanden bekend had gemaakt. Schrijfster Vera

begrijpt niet waarom hij na zijn herstel in Berlijn terug naar Rusland kwam, waar hij opgesloten werd

voor de rest van zijn leven, in een “koud en vochtig betonnen hondenhok van 2,5 op 3 meter” (p. 48-

49). In januari-februari 2021 werd in 200 Russische steden geprotesteerd om Navalny te steunen,

waarna 11.000 mensen gearresteerd en slecht behandeld werden. Behalve Navalny zijn er nog

honderden politieke gevangenen in Rusland.

Op 24 februari 2022 begon dus de ‘speciale militaire operatie’ en de militaire censuur. Het woord

‘oorlog’ mocht niet gebruikt worden. In 9 maanden werden 20.000 vreedzaam betogende Russen

aangehouden, sommigen zwaar beboet, een aantal gevangen gezet.

Aanvankelijk werden vooral jongens uit arme gebieden naar Oekraïne gestuurd. Maar op 21

september 2022 werd de gedeeltelijke mobilisatie uitgeroepen: 318.000 reservisten werden

opgeroepen. Sindsdien beseffen vele Russen dat het toch wel oorlog is.

Vrijwilligers krijgen 3.500 à 3.700 euro, tien keer hun normaal maandloon (p. 74). Toch ligt het aantal

deserteurs hoog en het aantal doden nog hoger. Deze laatsten heten ‘Lading 200’. In de koelcellen

van Charkov liggen al maandenlang duizenden lijken te wachten op repatriëring.

De schrijfster denkt dat Rusland niet gaat winnen. Dat moeten we nog afwachten, want hun leger is

veel groter dan het Oekraïense.

Ze maakt dan een sprong terug in de tijd, naar 1999, de Tweede Tsjetsjeense oorlog (1999-2009).

Haar moeder was er verslaggeefster en maakte er in 2001 een schijn- executie mee. Door haar kritiek

op de wandaden van het Russische leger werd ze steeds feller met de dood bedreigd door militairen

en door de Tsjetsjeense dictator Kadyrov.

Vera beschrijft ook de gijzeling in het Doebrovka-theater (oktober 2002). Een vriend van haar was

één van de gegijzelden en haar moeder moest bemiddelen. De gijzelnemers eisten de terugtrekking

van de Russische troepen uit Tsjetsjenië en het einde van de oorlog. Helaas liep de zaak dramatisch

af: 130 dode gijzelaars en 50 dode Tsjetsjeense terroristen.

Toen op 1 september 2004 een nieuwe gijzeling plaatsvond met dezelfde eisen in een school in

Beslan, wou Anna weer bemiddelen, maar ze werd in het vliegtuig vergiftigd. Ze herstelde daar nooit

meer van. De gijzeling eindigde met naargelang de bron 314 à 450 doden en 800 gewonden (p. 159-

162).

Op 7 oktober 2006, de 54 ste verjaardag van Poetin, werd Anna vermoord. Op de begrafenis was geen

enkele Russische autoriteit, wel huilende burgers, journalisten, tv-camera’s en ambassadeurs uit

verschillende landen. De opdrachtgever van de moord was mogelijk Ramzan Kadyrov, die haar haatte

en die vele andere mensen liet folteren en doden. In 2014 werden vier Tsjetsjenen en een Rus


2

schuldig verklaard, maar Kadyrov werd nooit verhoord (p. 196-198). Met Anna’s dood verdween ook

haar onderzoeksjournalistiek. Nadien werden nog andere mensenrechten activisten vermoord.

In maart 2022 stopte ook de kritische Novaja Gazeta op bevel van censor Roskomnadzor.

De schrijfster zegt dat Poetin geen democratisch Oekraïne aan zijn grenzen duldt en dan allerlei nep-

argumenten aanhaalt om er binnen te vallen en te moorden. De Russisch-taligen, die zogezegd

verdrukt werden, kregen de eerste bommen te verwerken en schaarden zich dan aan de kant van de

Oekraïners. Slechts weinigen onthaalden de invallers met brood en bloemen.

Gewone Russen in en buiten Rusland ondervinden alle nadelen van de sancties. In mei 2022 werd de

datsja van de familie, een huis vol herinneringen, bewust in brand gestoken, uiteraard door

onbekenden. Daarmee eindigt het boek.

Beoordeling

De schrijfster heeft een vlotte pen en een goed geheugen. Ze vertelt vooral over haar moeder en

haar familie, in mindere mate over de oorlogen in Tsjetsjenië en in Oekraïne. De inhoud is

overwegend pijnlijk en maakt de lezer weemoedig en triestig over de toekomst van Rusland.


Referentie

Vera Politkovskaja,

Mijn moeder zou het oorlog noemen

Waarom in Rusland bijna niemand nog zijn mond durft open te doen.

Vertaling van: ‘Una madre. La vita e la passione per la verità di Anna Politkovskaja’.

Uitgeverij Balans, Amsterdam/Pelckmans, Kalmthout, april 2023

Paperback, 12 x 20 cm, 217 pagina’s, foto’s, € 21,99

ISBN 978-94-638-2273-2

©Jef Abbeel, augustus 2023 www.jefabbeel.be




bottom of page