Theo L.R. Lansloot
Deze memoires werden door de familie uitgegeven kort na het overlijden van de auteur (1931-2020).
De volgorde is keurig chronologisch, vanaf zijn jeugd tot zijn laatste werkdag. Hij legt ook uit welke
belangrijke rol zijn vrouw speelde in zijn carrière en welke taken een diplomaat heeft. In de
diplomatie overheerste het Frans: in 1951 waren er 269 Franstalige diplomaten tegenover 49
Nederlandstalige en hoe hoger in rang, hoe minder Vlamingen. Er waren toen dus nul Vlaamse
ambassadeurs. En de verslagen naar de minister van Buitenlandse Zaken moesten in het Frans
opgesteld zijn, zeker tijdens Spaak.
In 1966 bracht Hendrik Fayat hier verandering in: het werd stapsgewijs 50/50, nooit 60/40. Lansloot
was een ‘Fayat-boy’, destijds een spotnaam voor de nieuwe Vlaamse diplomaten. Lange tijd moesten
kandidaat-diplomaten een moeilijk examen afleggen. Karel De Gucht veranderde dat helaas, zodat
politici hun mannetjes konden benoemen zonder examen.
De eerste post van Lansloot was Teheran. Daar was in 1967 geen enkele vrouw gesluierd. De
revolutie tegen de sjah in 1979 werd ook gesteund door president Carter. Hij werd beloond met de
gijzeling van de 63 Amerikaanse diplomaten: pas na 444 dagen kwamen ze vrij in 1981.
Na Iran volgde Washington en dan Cairo (1972-73). Daar kwamen ze in een gebouw terecht dat na de
moord op Lumumba in 1961 verwoest was. De beschrijving van het gedrag van Egyptische mannen
tegenover zijn dochter en zijn vrouw is de moeite om te lezen. Akeliger is het verhaal over de
gijzeling van en de moord op twee Amerikaanse en één Belgische diplomaat in Khartoem (Soedan)
door Zwarte September, een Palestijnse terreurgroep. Lansloot mocht er gaan bemiddelen en nadien
werd hij daar ambassadeur. Zijn zoon en dochter studeerden ondertussen aan het UWC, United
World College of the Atlantic in Wales, waar ook Willem-Alexander en prinses Elisabeth studeerden.
De volgende post was Centraal-Amerika (1977-1982): Guatemala, El Salvador, Honduras, drie
gevaarlijke landen. In El Salvador maakte hij kennis met Mgr. Romero, die in 1980 vermoord werd.
Drie missionarissen van Scheut werden er in 1980/81/82 ook vermoord: Walter Voordeckers, Ward
Capiau, Serge Berten. De daders gingen vrijuit tot 2023.
Daarna mocht hij naar de VN in New York. Daarvan zegt hij terecht dat ze nog geen enkele ernstige
kwestie heeft opgelost. Als voorbeelden geeft hij de opdeling van Palestina in twee staten, de
Verklaring van de Rechten van de Mens: de islamitische landen hanteren hun eigen sharia-verklaring
van Cairo 1993 en het migratiepact van Marrakesh.
Van 1986 tot 1988 was hij adviseur van premier Martens. Hij vertelt over de vete tussen Martens en
Tindemans en over de huwelijken van Martens en Kohl. Hij citeert professor Paul Collier: de Brexit is
een gevolg van het noodlottig immigratiebeleid van Merkel (p. 124-125). Lansloot had goede
contacten met de koningen Boudewijn, Albert en Filip. Dat belet hem niet de kostprijs van de
monarchie te vermelden: ‘36 miljoen in 2019, los van de vliegreisjes van Mathilde’.
Tussen 1988 en 1990 verbleef hij in de DDR. Hij zag hoe het land goed functioneerde voor de elite,
maar niet voor de rest van de bevolking, hoe iedereen overal afgeluisterd werd, ook hij, hoe de Muur
ontstaan was zonder Westers protest, hoe het eindigde met het land en met Honecker (p. 151-157).
Van 1991 tot 1994 was hij ambassadeur bij de OESO in Parijs, van 1994 tot 1996 bij de Raad van
Europa in Straatsburg. Op 1 december 1996 eindigde zijn diplomatieke loopbaan.
Op het einde vernemen we waarom zijn loopbaan ongewoon was. Eén factor was: de gevaarlijke
landen (Soedan en Midden-Amerika) of 10 jaar leven met lijfwachten om je heen. Een andere was
dat zijn kinderen al op 15-16 jaar het huis uitgingen omdat Engelstalige diploma’s niet erkend werden
in België. Raar is dan wel dat ze naar het Engelstalige UWC gingen (p. 182). Blijkbaar werd dat
diploma wel erkend door de KULeuven.
Een derde is zijn inzet voor de vernederlandsing van de diplomatie, die voorheen vooral Franstalig
was. Hij betreurt dat zowel in Nederland als in Vlaanderen weinig gedaan wordt om het aanzien van
het Nederlands overeind te houden en dat het Amerikaans Engels overal de bovenhand krijgt.
Beoordeling
Dit boek leest heel aangenaam en is goed verstaanbaar voor een ruim publiek. Het geeft een goed
beeld van het leven van een diplomaat die zijn taak ernstig opnam en ook zijn gezin belangrijk vond.
2
We krijgen ook geschiedkundige, politieke, economische en maatschappelijke informatie over de
landen en de instellingen waar hij mocht werken. En hij uit kritische bedenkingen over het gedrag
van een aantal Belgische en buitenlandse politici, diplomaten en militairen, vaak zaken die niet in de
kranten stonden. Hij beweert ook dat de Congolese arbeiders in de kobaltmijnen gegeseld worden
door de Chinese exploitanten en dat niemand daar iets op zegt (p. 123). Eén detail: op p. 109 zegt hij
dat China sinds 1949 in de Veiligheidsraad zit, maar van 1946 tot 1971 was dat Taiwan.
Een boeiend boek!
Referentie
Uitzonderlijk diplomatenleven.
Theo L.R. Lansloot
Uitgeverij De Boekenmaker, Lubbeek, juni 2020
192 pagina’s, € 25 + port
ISBN 978-90-828-0445-4
©Jef Abbeel, Turnhout februari 2023
Comments